Macro commentaar 17 januari 2020 POSITIEVE SIGNALEN DOMINEREN

  • Chinese handelscijfers verbeteren sterk in december
  • Duitse groei op laagste niveau sinds 2013, maar…
  • VS economie toont signalen van stabilisatie in de industrie (famous last words?)
  • Handelsakkoord VS-China, nou ja, Fase 1 dan.

Zoals ik al vaak heb beschreven (en velen met mij), de mondiale conjunctuur is vanaf begin 2018 danig verzwakt. Ik ben al enige tijd van mening dat de drijvende factoren zich in de loop van 2019 toch hebben verbeterd en dat de vooruitzichten voor 2020 heel fatsoenlijk zijn. Ik verwacht een omkering van de trend. In plaats van verdere vertraging van de groei verwacht ik een versnelling. Dat de BBP-groeicijfers voor 2020 misschien toch lager uitvallen dan die voor 2019 doet daar niets aan af. Ik noem dat de ‘tirannie van de cijfertjes’. Daar moet je doorheen kijken. Het jaarcijfer voor de economische groei in 2020 zal in veel landen wellicht zwakker uitvallen dan 2019, maar dat komt eigenlijk vooral doordat 2019 zo zwak is geëindigd. Klinkt misschien gek, maar zo is het. Dat heet ‘2020 profiteert nauwelijks van statistische overloop-effecten’. Waarom moet u daar doorheen kijken? Nou, bijvoorbeeld omdat financiële markten er doorheen kijken. De rally op de aandelenbeurzen is wat mij betreft zeker een uiting van optimisme onder marktparticipanten over het conjunctuurverloop in het vervolg van 2020. Anders gezegd, ik denk dat de aandelenmarkt op mijn lijn zit. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat er zich geen correcties kunnen voordoen.

Boter bij de vis

Nu is het hebben van een positieve visie natuurlijk mooi, maar klopt er ook iets van? Dat moet blijken uit de cijfertjes die elke dag weer over ons worden uitgestort door statistische bureau’s en andere instellingen uit de hele wereld. Natuurlijk is elke econoom geneigd vooral die cijfers naar voren te schuiven die zijn of haar visie bevestigen. Ik weet niet of het mij lukt, maar ik probeer zo eerlijk mogelijk te zijn. Dat is in mijn eigen belang, want als ik vooringenomen ben, loop ik het risico belangrijke signalen te negeren en dan kan ik uiteindelijk helemaal de mist in gaan.

Spectaculair goede handelscijfers uit China

De cijfers van deze week vormen naar mijn idee een bevestiging van mijn positivisme, eigenlijk nog meer dan ik had verwacht. Ronduit spectaculair waren de handelscijfers uit China over de maand december. Waarom zijn die cijfers ook alweer belangrijk? Omdat China een zeer grote en zeer open economie is. Het land is daarmee een zeer invloedrijke speler in de wereldhandel. Fluctuaties in de Chinese buitenlandse handel hebben grote invloed op de mondiale conjunctuur. Nu zijn er vraagtekens over de kwaliteit van de door China gepubliceerde cijfers, maar de handelscijfers vormen toch wel een uitzondering. Die kun je immers naast de cijfers uit andere landen leggen en dan kijken of het spoort. Welnu, over het algemeen spoort het heel aardig.

De mondiale conjuncturele vertraging sinds begin 2018 is in belangrijke mate veroorzaakt door zwakte van de Chinese economie die zich vertaalde in krimp van de Chinese import en dus in de export van andere landen. Maar de december cijfers waren sterk. De (dollar)waarde van de Chinese invoer was liefst 16,3% hoger dan een jaar eerder. Het was slechts de derde maand van 2019 met een cijfer boven nul, maar ver boven april en november, de twee andere positieve maanden. De groei van de invoer was in december het hoogst sinds oktober 2018. Misschien klink ik hier onverantwoord euforisch. Euforie zou bij een groeicijfer van 16,3, na de ellende van 2019 eigenlijk ook wel wel terecht zijn, ware het niet dat deze cijfers volatiel kunnen zijn, dat er wellicht een ‘basis effect’ speelt (december 2018 was wel erg zwak dus was het makkelijk te overtreffen) en China is een strategische inkoper op grondstoffenmarkten en koopt af en toe grote hoeveelheden grondstoffen als men dat aantrekkelijk vindt. Daar komt bij dat Chinees Nieuwjaar in 2020 eerder is dan in 2019 en dat bedrijven daarom misschien importen naar voren hebben gehaald. Voorzichtigheid met de interpretatie van deze cijfers blijft geboden.

Toch ben ik geneigd wel waarde te hechten aan die mooie cijfers van december omdat ze niet op zich staan. Monetaire statistieken laten zien dat de groei van de geldhoeveelheid ook verder verbetert. M1, bijvoorbeeld, was in december 4,4% groter dan een jaar eerder (november: 3,5%) en M2 8.7%, het hoogste cijfer in 12 maanden, na 8,2% in november. Dit sluit allemaal aan op de gedachte dat de Chinese beleidsmakers al enige tijd proberen de groeivertraging in hun economie tot staan te brengen en wellicht zelfs om te keren.

De Chinese BBP-cijfers over het laatste kwartaal suggereren dat de groeivertraging tot staan lijkt te zijn gebracht. De jaar-op-jaar (j-o-j) groei stabiliseerde ten opzichte van het derde kwartaal: 6,0%. De groei van de bedrijfsinvesteringen versnelde, een mooie ontwikkeling.

De groei van de industriële productie versnelde volgens de Chinese statistici in december tot 6,9% j-o-j, een niveau dat de laatste vijf jaar slechts een handvol keren werd overtroffen in de maandcijfers. De groei van de detailhandelsomzetten stabiliseerde in december op 8,0% (j-o-j). Een mooi cijfer, maar niet spectaculair. De wat uiteenlopende ontwikkeling tussen detailhandelsomzetten enerzijds en industriële productie en invoer anderzijds suggereert dat de timing van Nieuwjaar een rol zou kunnen spelen en de dat de mooie cijfers voor productie en invoer een geflatteerd beeld schetsen. Maar toch…

Ik zou zeggen: het ziet er mooi uit, maar ‘let’s not get overly excited. Well, not yet…’.

Zie je wel, voorraadintering heeft er stevig ingehakt bij onze oosterburen

Eurozone cijfers voor de industriële productie in november lieten een kleine plus noteren: 0,2% m-o-m. Dat de sector nog steeds in de hoek zit waar de klappen vallen, blijkt uit het j-o-j cijfer: -1,5%, iets beter dan de -2,6% van oktober, maar het blijft slecht.

Duitsland publiceerde deze week voorlopige BBP-groeicijfers voor 2019 als geheel. De Duitse economie is met slechts 0,6% gegroeid, tegenover 1,5% in 2018. In het vierde kwartaal is de Duitse economie waarschijnlijk niet of slechts fractioneel gegroeid. Dat is allemaal niet best. Maar de samenstelling van de groei biedt een interessant perspectief op het jaar als geheel.

De particuliere consumptie en de bouw leverden een positieve groeibijdrage (consumptie 0,8%-punt, dus meer dan de hele BBP-groei, en de bouw 0,4%-punt). Ook de overheidsuitgaven droegen positief bij: 0,5%-punt. Bedrijfsinvesteringen hadden een ‘nul-bijdrage’, terwijl de buitenlandse handel negatief bijdroeg: -0,4%-punt, hetzelfde als in 2018. Dat is de invloed van de handelsoorlog en de groeiverzwakking in China. Maar het meest opvallend was de negatieve bijdrage van voorraden. Duitse bedrijven hebben zodanig op voorraden ingeteerd dat dit 0,9%-punt van het BBP kostte (na +0,3%-punt en +0,5%-punt in 2018, respectievelijk 2017). Dat is echt zeer fors, zeer, zeer, zeer fors zelfs.

Ik heb al eerder gewezen op de voorraadintering in Duitsland in 2019. Het is altijd een wat obscure grootheid in de national rekeningen. Als de statistici in de toekomst op basis van meer informatie de cijfers aanpassen, is het zeer wel mogelijk dat de vermindering van voorraden minder negatief zal blijken te zijn geweest, maar dat is niet zeker. Hoe dan ook, de voorraadcyclus blijft een wat moeilijk grijpbaar element van de cijfers. Gemiddeld genomen is de bijdrage van veranderingen in voorraden aan de groei heel licht positief, eigenlijk verwaarloosbaar, maar op gezette tijden kan de invloed groot zijn. En dat was in Duitsland dus het geval in 2019. Nu mag je niet zomaar zeggen dat de totale groei 0,9%-punt hoger was geweest zonder die voorraden. Dat is te kort door de bocht. Als bedrijven niet zo op voorraden hadden ingeteerd, hadden ze waarschijnlijk meer moeten importeren en dan zou de negatieve groeibijdrage van de buitenlandse handel negatiever zijn geweest, zij het niet voor de volle 0,9%-punt.

Van zo’n voorraadcijfer raak ik toch licht opgewonden. Nou, laat dat ‘licht’ misschien maar weg. Bedrijven kunnen niet onbeperkt doorgaan met het verminderen van hun voorraden. Daar komt een keer een eind aan. En periodes gekenmerkt voor vermindering van voorraden worden afgewisseld met periodes waarin voorraden juist worden aangevuld. Bij veranderingen in de richting van de conjunctuur kan zo’n omslag in de voorraadcyclus een stevige impuls geven. Ik verwacht dat dat gaat gebeuren in 2020, en voor mij is het een zeer goede reden om in de loop van 2020, maar niet perse direct al, duidelijk sterkere productiecijfers te verwachten in Duitsland. Met alle respect voor al mijn collega’s, maar economen laten zich er vaak door verrassen. Als ik gelijk heb, zul je zien dat economen in de loop van 2020 hun groeiramingen opwaarts gaan bijstellen. Eerst met grote tegenzin, later met wat meer enthousiasme.

Robuuste Amerikaanse cijfers

De afgelopen dagen werden niet veel belangrijke conjunctuurindicatoren in de VS gepubliceerd, maar wat we kregen, zag er fatsoenlijk uit. Het vertrouwen onder het MKB viel iets terug in december volgens de NFIB indicator: 102,7 tegen 104,7 in november. Deze grootheid heeft het hele jaar 2019 in een tamelijk krappe band gefluctueerd van 101-105. Het december-cijfer was daarom niet iets om je zorgen over te maken.

De Empire State index meet het ondernemersvertrouwen in de staat New York en steeg fractioneel in december: van 3,3 in november tot 4,8. Dat is niet een spectaculaire waarde, min of meer het gemiddelde van de laatste vijf jaar waarin een top werd bereikt van 26,6 in oktober 2017 en een dal van -16,6 in januari 2016. Wat zeker positief was in deze enquete was dat bedrijven zich positief tonen over hun investeringsplannen.

De Philly Fed index, die het ondernemersvertrouwen meet in het district van de Philly Fed, steeg daarentegen behoorlijk: van 0.3 in november tot 17.0 in december. Daarmee was het december-cijfer het op een na hoogste in 12 maanden. En voor deze index is een waarde van 17 duidelijk boven het gemiddelde van de laatste 5 jaar. Dit cijfer suggereert dat de conjuncturele omstandigheden zich verbeteren, tenminste regionaal

Amerikaanse detailhandelsverkopen namen in december met 0,3% in waarde toe m-o-m, hetzelfde als in november. Als auto’s buiten beschouwing worden gelaten, namen de omzetten met 0.7% toe m-o-m. Deze cijfers suggereren dat het met de consument wel snor zit, daar hoeven we ons voorlopig geen zorgen over te maken. En dat is een belangrijke reden voorlopig geen recessie in de VS te verwachten.

Vanmiddag worden de cijfers over de industriële productie in de VS nog gepubliceerd voor december. Het zou fijn zijn voor mij als daar iets positiefs over te melden zou zijn, omdat zoiets mooi consistent zou zijn met mijn visie. Maar mede door de problemen bij Boeing, en daardoor bij de toeleveranciers , vallen de cijfers waarschijnlijk niet erg positief uit.

“Historisch akkoord”

De kogel is door de kerk, een akkoord tussen de VS en China is getekend. President Trump noemde het historisch. En in zekere zin is het dat ook. Ik hou zeker niet van de stijl van president Trump en ben het met hem vaak oneens. Maar het werd wel tijd dat iemand China eens aanpakte want dat land gedraagt zich internationaal als een bully. Amerika trouwens ook. Van dat bully-gedrag van beide landen dreigt ons eigen ASML nu het slachtoffer te worden.

Er dient gezegd dat het zojuist gesloten akkoord niet al te veel lijkt voor te stellen. Toch zou ik zeggen: het is mooi, en nu op weg naar een meer fundamenteel en meer omvattend akkoord. Dit Fase 1 akkoord haalt de kou duidelijk uit de lucht en daar kunnen we alleen maar blij mee zijn, al blijft de relatie VS-China broos.