Gelezen: John Grisham, ‘THE GUARDIANS’, 2019 (in het Nederlands: De Onschuldigen)

Ik hou van John Grisham en heb de meeste boeken van hem gelezen. Van The Guardians heb ik ook weer genoten. Het zijn natuurlijk wel boeken zonder specifieke boodschap. In hoeverre de boeken van Grisham toch een boodschap in zich dragen, bijvoorbeeld over de staat van het Amerikaanse rechtsyteem weet ik niet. Zou kunnen. Ook wel interessant vind ik wat hij zegt over geprivatiseerde gevangenissen in de VS. Daar wil je liever niet terecht komen. Maar een duidelijke politieke of social aanklacht is het natuurlijk niet.

The Guardians is een prachtig relaas van een idealistische jurist/geestelijke die probeert onschuldigen, die in sommige gevallen bijna ter dood waren gebracht, vrij te krijgen, wat natuurlijk ook lukt. Het moet wel leuk blijven. De hoofdpersoon is daarmee wel erg een goode-goodie, al wordt dat enigszins afgezwakt doordat hij tenminste een ingewikkeld huwelijk/echtscheiding achter zich heeft.

Zeker de eerste boeken van Grisham hebben in mijn optiek onbevredigende eindes. Ik kan me nog goed herinneren hoe ik jaren geleden (misschien wel 25) teleurgesteld was in hoe The Firm afliep. Wellicht om die reden eindigt de film The Firm ook anders dan het boek. Ik heb me er nooit in verdiept, maar mijn idee is dat Grisham over die eindes van zijn boeken voldoende kritische feedback heeft gekregen en nu doet hij zijn best dat wat anders aan te pakken. Maar het blijft een worsteling. De laatste, pak hem beet, 30 bladzijden van het boek vormen min of meer het einde. Daarin laar Grisham alles netjes op zijn plaats vallen. Doordat de verhaallijn best gecompliceerd is, duurt dat dus tamelijk lang. Van enige verrassing is dan helaas geen sprake meer. Ik blijf dus wel wat moeite hebben met hoe de boeken van Grisham aflopen.

Alles bij elkaar, heel lekker vakantieboek zonder pretenties. Binnen de kortste keren ben ik de inhoud wel weer vergeten, maar dat is okay.