Tita Tovenaar economie nodig

  • Recessie zeer waarschijnlijk al begonnen
  • Maatregelen centrale banken prima, maar niet genoeg
  • Cruciaal is te zorgen dat herstelkracht in stand blijft
  • Haal daarom alles uit de kast om bedrijfssluitingen te voorkomen – ALLES!
  • Te weinig doen is nu het aller stomste, doe daarom liever te veel
  • Enig optimisme is gerechtvaardigd op basis van de overweging dat niemand risico zal willen lopen de schuld te krijgen van blijvende economische schade die voorkomen kan worden

Beginjaren zeventig was er op de televisie een kinderprogramma dat Tita Tovenaar heette. Het ging over een tovenaar en zijn dochter. Wanneer in hun leven dingen misgingen, en dat was nogal eens, klapten ze in hun handen. Daarmee zetten ze de werkelijkheid stil, maar zelf stonden ze niet stil. Ze konden dan maatregelen nemen om recht te zetten wat was misgegaan.

De huidige situatie vraagt economisch ook om zo’n soort faciliteit. De maatregelen ter indamming van het coronavirus leggen een deel van het economisch leven stil. Omdat vaste kosten voor iedereen wel doorlopen, dreigen bedrijven in de problemen te komen. Het zou fijn zijn als Tita Tovenaar alles even stil zou kunnen zetten tot het virus is geweken.

Recessie al begonnen

Gisteren wilden de minister van Financiën noch de President van DNB op de televisie het woord recessie in de mond nemen, anders dan zeggen dat er niets over te zeggen is, maar dat is semantiek. Er is productie uitval en dat is krimp. Dan kun je steggelen over hoe lang daarvan sprake zou moeten zijn voordat je het een recessie mag noemen, maar het lijkt mij zeer waarschijnlijk dat zowel het eerste kwartaal als het tweede dit jaar in veel landen krimp oplevert. Wie een recessie definieert als twee achtereenvolgende kwartalen ‘negatieve groei’ kan niet anders dan concluderen: de recessie is gewoon al begonnen.

In een eerder commentaar betoogde ik al dat de ene recessie de andere niet is. Dat hou ik vol. Waar het op aan komt bij recessies is waardoor ze veroorzaakt worden, hoe lang ze duren en, vooral, hoe snel je ervan kunt herstellen.

Mijn these is heel simpel. De recessie waar we nu met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid aan zijn begonnen wordt veroorzaakt door een externe schok, die tijdelijk van aard is. Hoe tijdelijk weten we niet, maar kijkend naar China zou je zeggen dat het een kwestie is van weken, wellicht een paar maanden. Je weet bij China niet wat je precies moet geloven, maar het lijkt erop dat het economisch leven er weer op gang komt. Dat gaat natuurlijk met horten en stoten.

Deze recessie is anders dan vorige

Met een ‘tijdelijke externe schok’ als veroorzaker onderscheidt de huidige recessie zich van eerdere recessies. De krimp in de jaren zeventig werd veroorzaakt door de verveelvoudiging van de olieprijs. Dat was voor onze economie ook een externe schok, maar die was niet tijdelijk. De olieprijs bleef hoog. Voor olie-importerende landen betekende het een blijvend ruilvoetverlies. Dat is economen jargon voor nationale verarming. De economie moest zich daaraan aanpassen wat een tijdrovend en pijnlijk proces was.

De recessie van de jaren tachtig werd veroorzaakt door de hoge inflatie en vooral de strijd ertegen door torenhoge rentestanden. Dat was meer een interne schok. Toen de inflatie was bedwongen en de rente fors werd verlaagd, volgde behoorlijk herstel.

In de meer recente recessie na het knappen van de internetbubbel in 2001 en die van de kredietcrisis in 2008/09 werd er forse schade in de economie aangericht. Vooral de laatste recessie heeft zich gekenmerkt door het teleurstellend trage herstel dat volgde. Hierin zit hem de crux. De noodzaak om na de recessie van 2008/09 het financiële systeem op de been te houden en te versterken heeft de herstelkracht na de recessie fors aangetast. Vervolgens zijn overheden daarnaast weer te snel gaan bezuinigen wat ook bepaald niet hielp.

Herstelkracht, daar komt het nu op aan! Hou die in stand!

Bij een tijdelijke externe schok kan de herstelkracht op peil blijven. Dat zou fijn zijn, want dan krijgen we een V-vormig herstel. Het grootste risico van de huidige situatie (economisch gesproken uiteraard) is dat die herstelkracht toch wordt aangetast. Dat gebeurt wanneer er grote, blijvende vermogensverliezen worden geleden maar vooral wanneer veel bedrijven failliet gaan. Als de bedrijvigheid stilvalt en er sprake is van een plotselinge forse vraaguitval zullen veel bedrijven het heel moeilijk krijgen. Bedrijven met hoge schulden, hoge vaste kosten en lage marges zijn het meest kwetsbaar. En het is heel simpel. Als het virus is geweken, komt de bedrijvigheid weer op gang, maar een bedrijf dat dicht is niet. Bedrijfssluitingen beperken zo de herstelkracht waardoor alles economisch pijnlijker wordt dan nodig.

Aandelenbeurzen hebben gigantische verliezen geÏncasseerd. Ik denk dat de boodschap van die markten daarmee is: ‘beleidsmakers, zorg ervoor dat er niet te veel bedrijven failliet gaan’.

Centrale banken doen hun ding, maar kunnen het niet alleen

De monetaire autoriteiten hebben maatregelen genomen. De Fed heeft de rente verlaagd en stelt een forse hoeveelheid extra liquiditeit ter beschikking. De Bank of England heeft ook de rente verlaagd en ondersteunt het kredietproces van de banken via gerichte maatregelen. De ECB heeft besloten dat een verdere renteverlaging niet erg zinvol is (en dat lijkt me terecht) en heeft een pakket maatregelen genomen die erop gericht zijn banken te ondersteunen en zelfs aan te moedigen de krediethoeveelheid in stand te houden of uit te breiden. Een problemen met liquiditeit is nu inderdaad wel het laatste waar we op zitten te wachten. Uitblijven van liquiditeitsproblemen in het systeem als geheel gaat ons echter niet redden.

Dit soort beleid is dus prima, maar het is niet genoeg. Banken zullen geconfronteerd worden met klanten die niet aan hun verplichtingen kunnen voldoen. De afdelingen ‘Bijzonder Beheer’ kunnen hun borst nat maken. Banken zullen er alles aan doen om hun klanten te ondersteunen, maar de bereidheid verliezen tijdelijk te financieren is afhankelijk van de kans op verbetering. Liquiditeitssteun is niet genoeg. Natuurlijk hebben banken veel betere buffers dan in 2008 en ze zullen dus een deel van mogelijke verliezen kunnen opvangen.

Overheden moeten nu ruimhartig gerichte steun verlenen

Veel belangrijker is het om te voorkomen dat er veel bedrijven onderuit gaan. Ik denk dat daarvoor in ons land meer moet worden gedaan dan tot nog toe is gedaan. Lukraak geld uitgeven door de overheid is zinloos. Het is mooi dat de regeling van borgstellingskrediet voor het MKB verruimd wordt. Maar de regering moet klaar staan meer te doen. Belastinguitstel wordt kennelijk mogelijk. Dat is ook mooi, maar wanneer bedrijven de uitgestelde belasting uiteindelijk toch moeten ophoesten, beperkt dat mogelijk ook de herstelkracht weer. In mijn Tita Tovenaar economie zou ik liever afstel dan uitstel zien. Ook graag voor ZZP-ers. Een faciliteit waaronder bedrijven investeringen in een keer kunnen afschrijven zou het t.z.t. te verwachten herstel kunnen verstevigen. Om het economisch vertrouwen te steunen is een ‘shock and awe’ strategie nodig, een whatever it takes houding.

Gisteren hoorde ik minister Hoekstra iets zeggen over dat de ondersteuning ongelimiteerd is. Ik hoop dat ik dat goed heb begrepen en dat hij het meent. Je weet in dit soort situaties als overheid nooit hoeveel je moet doen. Maar het stomste is om te weinig te doen. Je kunt veel beter teveel doen en ons land heeft er de ruimte voor. Uit de woorden van Hoekstra en Knot gisteren leid ik ook af dat ze andere landen die ruimte ook gunnen, zelfs landen die de budgettaire ruimte eigenlijk niet hebben.

Is er reden voor optimisme?

Er is alle reden voor grote zorg. Toch ben ik optimistisch. Het gaat om een tijdelijke externe schok. China komt weer op gang en als wij erin slagen het virus in te dammen gebeurt hier binnen een paar weken hetzelfde. Hoeveel blijvende schade we oplopen, hangt nu af van de beleidsmakers. De centrale banken hebben hun deel min of meer gedaan. Commerciële banken moeten en zullen hun klanten steunen. En overheden moeten voorkomen dat bedrijven onderuit gaan en voorkomen dat bedrijven in een situatie komen van waaruit ze geen echte herstelkracht meer hebben. Na de vorige crisis is te snel en te hard op de rem getrapt. Laten we daarvan leren. Mijn optimisme dat we redelijk zullen herstellen is gebaseerd op de gedachte dat niemand het risico zal willen lopen er de schuld van te krijgen dat economische schade voor de langere termijn wordt aangericht die voorkomen kan worden.