Powell en Knot mogen wel iets meer hoop uitstralen

  • Europese cijfers blijven slecht, maar gaan over april, lang geleden dus
  • Meer up-to-date cijfers laten zien dat de bedrijvigheid zich herstelt
  • Fed-baas Powell en DNB-baas Knot zouden wel wat meer hoop mogen uitstralen: er zijn ook wel wat lichtpuntjes

De economische cijfers in de eurozone blijven ronduit slecht. Deze week werden in veel landen cijfers gepubliceerd over de industriële productie in april. Dat was de maand waarin de meest stringente restricties op het openbare leven van kracht waren en het is ook ongetwijfeld de maand waarin het dieptepunt van de conjunctuur plaatsvond. In de eurozone als geheel daalde de productie 17,1% ten opzichte van maart toen de productie ook al 11,9% was gedaald. Het productievolume lag in april 28,0% lager dan een jaar eerder. In Duitsland was dat 25,6%, in Italië zelfs 42,5%.

De grootste economie van de eurozone is behoorlijk afhankelijk van de buitenlandse handel. In het verleden is het herstel in Duitsland vaak getrokken door door de exportsector. Maar die heeft het nu juist zwaar te verduren. De Duitse exportwaarde daalde in april met 24,0% ten opzichte van maart en meer dan 30% ten opzichte van april 2019. De importwaarde was 16,5% lager dan in maart. Dat zijn dramatisch cijfers.

Toch zijn die cijfers inmiddels minder relevant. Het gaat er nu immers om hoe snel de economie weer op de been komt. Economen zijn daarom naarstig op zoek naar alternatieve, meer up-to-date maatstaven. Google publiceert sinds enige tijd zogeheten ‘mobiliteits statistieken’. Voor zes categorieën wordt in landen en regio’s de mobiliteit gemeten. Het is een enorme cijferbrij, maar als je het per land optelt, ontstaat het beeld als in de volgende grafiek. Het betreft dagcijfers en om de volatiliteit er een beetje uit te halen geef ik het voortschrijdende gemiddelde weer van 7 dagen. We weten helemaal niet hoe goed deze indicator correleert met het BBP of de werkgelegenheid bijvoorbeeld, maar de boodschappen lijkt me helder. Hoe strikter de lockdown, deste minder de bedrijvigheid. Maar bovenal, de bedrijvigheid herstelt zich in een redelijk tempo.

Covid-19 Community Mobility Indicators (Google) (Cijfers t/m 5 juni)

In de VS is de keus uit meer up-to-date cijfers dan de april cijfers groter dan in Europa. Vorige week verrasten de werkgelegenheidscijfers over mei al fors. De wekelijkse cijfers over werkloosheidsuitkeringen zijn in de laatste week ook weer wat verder verbeterd. Zo bedroeg het aantal aanvragen voor nieuwe uitkeringen in de week tot 6 juni 1,5 miljoen. Natuurlijk blijft dat een enorm hoog cijfer, historisch gezien, maar het was beter dan de 1,9 miljoen van een week eerder en veel beter dan de bijna 7 miljoen van eerder dit jaar. Het aantal doorlopende uitkeringen daalde ook iets: 20,9 miljoen, van 21,2 miljoen.

Ook met betrekking tot hypotheekaanvragen worden in de VS weekcijfers gepubliceerd. De reeks die aangeeft hoeveel aanvragen er zijn voor de aankoop van woningen (dus niet herfinancieringen) daalde aanvankelijk sterk toen de coronacrisis zich aandiende. Sinds 10 april tekent zich echter een opmerkelijk herstel af. Mensen die een woning kopen, zullen ook geld uitgeven aan meubilering, stoffering en vaak ook aan verbouwing. Dit soort bestedingen zullen een impuls krijgen als de trend bij de hypotheekaanvragen zich voortzet.

Zowel overheden als centrale banken hebben stevig gereageerd op de crisis. Het onderstaande plaatje laat de invloed zien op de Amerikaanse overheidsfinanciën. Additionele uitgaven en minder inkomsten jagen het begrotingstekort op, maar niemand zich daar nu zorgen over maakt. Het is niet het meest urgente probleem.

Powell en Knot mogen wel iets meer hoop uitstralen

Eerder deze week hield de Fed een reguliere beleidsvergadering. De rente bleef ongewijzigd, maar de Fed sprak wel haar vastberadenheid uit om al het mogelijke te doen om de economische schade van de pandemie zoveel mogelijk te beperken. Concreet gaf de Fed aan de komende maanden schuldpapier in de markt te blijven kopen voor USD 120 mrd per maand. Dat is een stuk minder dan in maart/april, maar het blijft fors.

Ook bleek uit de projecties van de leden van het Federal Open Market Committee (FOMC) dat de meesten geen verhoging van de officiële rente verwachten voor het einde van 2022. Dat is lang. De economische voorspellingen van de leden van het FOMC lopen volgens de gepubliceerde documenten fors uiteen. Als een tweede golf besmettingen uitblijft, zou ik eerder wat aan de optimistische kant zitten.

Niet veel lezers zullen naar de persconferentie van Fed-voorzitter Powell kijken. Ik heb veel respect voor hem en het valt me op dat hij elke persconferentie begint met het danken van de mensen die in de zorg werken. Hoewel het goed is empathie te tonen, vind ik dat Powell inmiddels toch wel wat vermoeid en wat zwaarmoedig begint over te komen. Al dat negatieve weten we nu wel, er zijn toch ook lichtpuntjes te vinden? Mocht je het zelf willen bekijken, dan vind je die op de voorpagina van de website van de Fed:  https://www.federalreserve.gov/

Onze eigen Klaas Knot zag ik een paar dagen geleden op de televisie. Het item ging over de door DNB gepubliceerde voorspellingen voor de Nederlandse economie. Zijn boodschap was weinig opbeurend: het zijn zware tijden, het wordt niet vanzelf veel beter en vooral de mensen die hun baan verliezen betalen het gelag. De interviewers zeiden dat DNB een diepe recessie ‘voorspelt’. Dat is natuurlijk zo, maar er had wel wat meer nadruk mogen worden gelegd op de omstandigheid dat het dieptepunt zeer waarschijnlijk achter ons ligt. Hoewel er nog veel bedrijven failliet zullen gaan en veel mensen werkloos zullen worden is enig herstel inmiddels begonnen. Als onze beleidsmakers moedeloos worden, wat moeten wij dan…?