We maken wellicht een kolossale vergissing

  • Amerikaanse cijfers overtreffen momenteel de verwachtingen op spectaculaire wijze
  • Het suggereert dat die economie veel beter herstelt dan veelal wordt gevreesd
  • Dat zal ons in Europa ook gaan helpen
  • Het gaat even duren voordat iedereen zich dat realiseert, want we zitten gevangen in pessimisme

Er zijn eigenlijk maar twee economieën in de wereld die echt de toon zetten en de richting van de mondiale conjunctuur bepalen: de VS en China. De rest volgt, ook Europa. De VS en China kunnen voldoende binnenlandse dynamiek genereren om de rest op sleeptouw te nemen. Strikt genomen zou je denken dat Europa dat ook moet kunnen, maar het gebeurt gewoon nooit. Europees herstel komt doorgaans pas van de grond wanneer de wereldhandel aantrekt. En wie trekt de wereldhandel aan? Precies, de VS en/of China.

We weten dat het absolute dieptepunt van de conjuncturele ontwikkeling in veel landen in april lag. De grote vraag is hoe het herstel zich ontwikkelt. Beleidsmakers hebben alles uit de kast gehaald om de economie te beschermen en te stimuleren. Die beleidsmakers wisten natuurlijk ook niet hoeveel ze moesten doen. En als je niet weet welke dosis je een patient moet voorschrijven is de kans dat je ‘te veel’ voorschrijft evenzeer aanwezig als dat je ‘te weinig’ voorschrijft. In al het ach-en-wee geklaag en door alle beschrijvende verhalen over hoe diep de recessie wel niet is, besteden weinigen aandacht aan de mogelijkheid dat het allemaal ook mee zou kunnen vallen. Het zou mee kunnen vallen doordat er niet iets ‘kapot’ was in de economie en de beleidsmakers wellicht ‘te veel’, of meer dan genoeg doen om de economie te beschermen en te stimuleren. Ik neig er nu naar te denken dat recente Amerikaanse cijfers suggereren dat het heersende pessimisme een collectieve en kolossale vergissing is.

Ze hebben gewoon echt geen idee

De laatste twee weken hebben we diverse economische voorspellingen van belangrijk instellingen voorbij zien komen en ze buitelen over elkaar heen met pessimisme. DNB en het CPB voorspellen een krimp van 6,4% dit jaar in Nederland. De OESO gaat daar met 8% ruim overheen. Die puntvoorspellingen zijn met ruime onzekerheidsmarges omgeven. Derhalve worden ook alternatieve scenario’s gepresenteerd. Hoe groot de onzekerheid is, blijkt dan uit hoe groot die marges wel niet zijn. DNB, bijvoorbeeld, schetst een mild scenario met ‘maar’ 3,4% krimp dit jaar en een zwaar scenario met 11,8% krimp. Dat scheelt een slok op een borrel.

Bij de Amerikaanse centrale bank kunnen ze er ook wat van. De leden van het beleidsbepalende comité, FOMC, geven regelmatig elk hun eigen ramingen als input voor hun vergadering. Volgens de laatste gegevens voorspelt het meest optimistische lid van dat comité voor volgend jaar een economische groei in de VS van 7%. Het meest pessimistische lid houdt het op krimp van 1%. Dat is nogal een marge. Je kunt eigenlijk maar een conclusie trekken: ze hebben totaal geen idee!

Verrassingen ten aanzien van VS economie op recordniveau

Er worden dagelijks tal van economische cijfers in de wereld gepubliceerd die allemaal aspecten van de conjunctuur beschrijven. Voor de belangrijkste van die indicatoren geven economen in de financiële sector voorspellingen vooraf. Al jaren wordt vervolgens bijgehouden of de cijfers dan beter of slechter zijn dan die voorspellingen. Zo houdt Citi, de Amerikaanse bank, een dagelijkse reeks bij die ze de ‘Economic Surprise Index’ noemen.

Bron: Refinitiv

Deze eerste grafiek laat zien dat de cijfers in de VS de laatste tijd de verwachtingen spectaculair overtreffen. Nu kan dit natuurlijk zowel aan de meevallende cijfers als aan de verkeerde voorspellingen van de economen liggen. Maar voor Europa geldt niet dat de verwachtingen van economen op grote schaal worden overtroffen, al stijgt deze index voor de eurozone de laatste weken wel wat. Misschien ligt het meevallen van de Amerikaanse cijfers er dan toch aan dat de cijfers gewoon erg goed zijn. We zagen eerder al de opmerkelijk goede arbeidsmarktcijfers over mei die economen met een marge van ruim 10 miljoen banen hadden onderschat, al schetst dat wellicht een te rooskleurig beeld van de arbeidsmarkt.

De afgelopen week kwamen er ook weer de nodige positieve verrassingen langs. De detailhandelsomzetten stegen in mei met 17,7% m-o-m na dalingen met 14,7% in april en 8,2% in maart. De zogeheten Philly Fed index die het vertrouwen van ondernemers in de industrie meet in het district van de Federal Reserve van Philadelphia, maakte een reuzensprong in juni: +27,5 tegenover -43,1 in mei. Het juni-cijfer was het op een na hoogste van de afgelopen 12 maanden. Een vergelijkbaar cijfer in de staat New York viel ook al fors mee. En tenslotte blijven de hypotheekaanvragen voor de aankoop van bestaande en nieuwe woningen maar stijgen.

De grafiek hieronder laat, net als de vorige grafiek, ook de Economic Surprise Index voor de VS zien, maar dan op weekbasis en voor zolang ik cijfers kan vinden. Wat opvalt, is dat zowel het diepterecord als het hoogterecord recent zijn gebroken en gelukkig is dat laatste het meest recent. Nu is het beschrijven van de cijfers één ding, je moet er ook nog een verhaal bij kunnen vertellen.

Bron: Refinitiv

Gaat het echt beter met de Amerikaanse economie dan wordt gevreesd en hoe komt dat dan? Waarom zou de Amerikaanse economie zoveel beter terugveren dan de Europese? Het lijkt me niet zo moeilijk dat te bedenken. De Amerikaanse overheid is agressiever geweest dan Europese overheden in het stimuleren van de bedrijvigheid. Waar we in Europa loonkostensubsidies geven en ruzie maken over een steunpakket vanuit de EU hebben Amerikaanse gezinnen al lang een cheque ontvangen met een behoorlijk bedrag erop (en de naam van de president). De Fed is ook agressiever geweest dan de ECB.

Wel maakt de ECB inmiddels een inhaalslag. Onlangs kondigde de ECB een nieuwe TLTRO faciliteit aan voor banken waaronder uiteindelijk voor een recordbedrag aan liquiditeitsvoorziening tegen gunstige voorwaarden is opgenomen door banken. Dat is een forse verbetering aangezien de vorige faciliteiten de banken per saldo behoorlijk veel geld kostten doordat de gecreëerde overliquiditeit weer op deposito bij de ECB moest worden geplaatst waarbij de negatieve tarieven daarop niet konden worden doorgegeven aan grote groepen klanten.

De vraag blijft natuurlijk of de toename van het momentum in de VS kan worden vastgehouden. Ik kijk al een jaar of dertig naar de conjuncturele ontwikkelingen in de wereld. In mijn optiek verandert de conjunctuur niet veelvuldig van richting. Een eenmaal ingang gezette ontwikkeling houdt meestal wel even aan. Daarom denk ik dat de kans groot is dat de Amerikaanse economie de sombere verwachtingen voor dit jaar en volgend jaar zal overtreffen. Ik neig ertoe te denken dat we met ons allen een veel te negatief beeld hebben ontwikkeld over de economische vooruitzichten. Natuurlijk is er veel pijn, maar uiteindelijk kan het ook zomaar dat het allemaal meevalt. Dan bedoel ik meevallen ten opzichte van de wel heel negatieve verwachtingen.

In de VS herstelt de vraag meer dan de productie, in China is het andersom

Een grappig en interessant verschil is te constateren tussen China en de VS. In China overtrof de industriële productie in mei die van een jaar geleden met 4,4%. Dat was bepaald niet slecht en het groeitempo van voor de crisis (ca. 6%) wordt al weer benaderd. Maar het herstel van de Chinese consumptie blijft achter. De detailhandelsomzetten verbeteren ook, maar waren in mei nog wel 2,8% lager dan een jaar geleden, terwijl er voor de crisis een groeitempo was van zo’n 8%. In de VS zie je het omgekeerde. De productie in de verwerkende industrie bleef in mei nog 16,5% achter bij het niveau een jaar eerder, de detailhandelsomzetten ‘maar’ 6,1%. Natuurlijk zijn de cijfers niet helemaal vergelijkbaar omdat de lockdown in de VS veel later begon evenals de versoepeling van de restricties op het openbare leven. Maar toch… De cijfers suggereren dat de vraag in de VS sneller herstelt dan de productie, in China is het omgekeerd.

Nog wat recente cijfers

Bron: Refinitiv

Het is voor economen van belang het herstelproces van de diverse economieën zo scherp mogelijk in het vizier te hebben. Dat valt zeker in Europa niet mee omdat de traditionele statistieken met een grotere vertraging worden gepubliceerd dan in de VS of in China (of dat de kwaliteit van de cijfers beïnvloedt, is moeilijk te zeggen). Een van de meest up-to-date cijfers over de Europese economie is de zogeheten ZEW-index. Die meet het vertrouwen dat analisten in de economie hebben. Voor de eurozone als geheel steeg deze index van 46,0 in mei tot 58,6 in juni. De ZEW-reeksen voor Duitsland hebben een langere geschiedenis. De reeks voor de ‘verwachtingen’ voor de Duitse economie steeg van 51,0 in mei tot 63,4, het hoogste niveau in lange tijd. Ook de taxatie van de ‘huidige situatie’ verbeterde in juni: -83,1 tegen -93,5 in mei. De laatste waarneming blijft natuurlijk wel heel laag, maar economen kijken bij voorkeur naar de verwachtingen en die stemmen hoopvol.

Bron: Statistisches Bundesamt

Doordat de traditionele economische cijfers niet altijd een up-to-date beeld schetsen van de conjunctuur, zijn economen op zoek gegaan naar alternatieven. Ik zet er hier een paar op een rijtje. In Duitsland wordt een reeks gepubliceerd met dagelijkse cijfers over hoeveel tol (Maut) wordt betaald door vrachtwagens op de autosnelwegen. Duidelijk te zien is hoe dat met ca 20% inzakte toen de economie ‘op slot’ ging. Maar vanaf ergens in mei is de bedrijvigheid weer toegenomen en onlangs benaderde de tolbetalingen het niveau van voor de crisis weer, al is het 7-daags voortschrijdend gemiddelde de laatste dagen weer iets gedaald.

Bron: Flightradar24

In de luchtvaart is het nog behoorlijk kommer en kwel. Het aantal vluchten dat wereldwijd dagelijks plaatsvindt, daalde tussen februari en april met zo’n 60%. Inmiddels veert het weer op, maar het niveau is nog altijd zo’n 30% lager dan voor de crisis. Nu is vliegen voor veel mensen voorlopig waarschijnlijk taboe, dus ik vermoed dat het aantal vluchten een te pessimistisch beeld schetst van de mondiale conjunctuur.

Bron: US Transport Security Administration

In de VS wordt het aantal passagiers op luchthavens dagelijks bijgehouden. Op het dieptepunt in april was de daling van het aantal passagiers in vergelijk met 2019 96%, of anders gezegd, het aantal passagiers was slechts 4% van het aantal in 2019. Inmiddels is dat iets verbeterd en zit het op 20%.

Wordt vervolgd…