Waar hoop is,…

  • Duitse Ifo-verwachtingsindex stijgt fors in juni
  • Amerikaanse nieuwe orders voor transportmiddelen stijgen fors in mei
  • Onzekerheid blijft groot

Recente macro-economische cijfers bevestigen dat het dieptepunt in de conjunctuur in de wereld in april/mei heeft gelegen. Over een breed front verbeteren de economische indicatoren. Dat wil zeker nog niet zeggen dat ‘the only way now up is’. De onzekerheid blijft groot. Kan het proces van versoepeling van de lockdown maatregelen zich voortzetten? Of gaat de stijging van het aantal coronabesmettingen in sommige Amerikaanse staten zich verder verspreiden en roet in het eten gooien? Een andere belangrijke onzekerheid is wat er gaat gebeuren in landen als het onze waar de overheidsmaatregelen ter ondersteuning van bedrijven, banen en inkomens op een gegeven moment worden teruggeschroefd en beëindigd? Komt er dan een golf van faillissementen en een explosie in de werkloosheidscijfers?

De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat niemand het weet. Het IMF kwam afgelopen week met nieuwe, nog negatievere korte-termijn projecties voor de conjunctuur in de wereld. In de laatste weken hebben veel gepubliceerde macrocijfers de verwachtingen van economen echter juist overtroffen, vooral in de VS. In hoeverre het IMF die cijfers heeft mee kunnen nemen in de nieuwste ramingen weet ik niet. 

In een webinar afgelopen week zei een financiële man van de gemeente Urk dat de economie van Urk weliswaar zwaar is getroffen door de crisis maar dat hij met bewondering constateerde dat ondernemers onder die moeilijke omstandigheden heel creatief en inventief zijn. Ik heb niet doorgevraagd, maar het klonk alsof zijn taxatie was dat veel ondernemers hun overlevingskansen daarmee aanzienlijk vergroten.

Grootste stijging ooit in Ifo-verwachtingen in de Duitse industrie

De Duitse Ifo-index die al decennialang het ondernemersvertrouwen in dat land meet, steeg in juni naar 86,2, van 79,7 in mei. Deze index kent twee belangrijke sub-componenten: de ene meet de ‘verwachtingen’, de andere reflecteert de taxatie van ondernemers van de ‘huidige omstandigheden’. De verwachtingsindex steeg van 80,5 naar 91,4. Over de huidige situatie waren Duitse ondernemers minder enthousiast, al steeg die sub-index ook wel: van 78,9 in mei naar 81,3 in juni. Er is een brede consensus onder economen dat de verwachtingsindex belangrijker is omdat de ervaring leert dat die het beste beeld geeft van de toekomst.  

Het eerste plaatje laat zien hoe diep de verwachtingen waren teruggevallen, hoe stevig ze nu weer opveren, maar ook dat het huidige niveau nog altijd relatief laag is in vergelijk met het gemiddelde van de jaren sinds de vorige recessie.

Het tweede plaatje laat dezelfde index zien, maar dan de maandelijkse verandering van de waarde van de index. Ik heb die opgenomen omdat het zo mooi laat zien hoe abrupt en steil de daling van het vertrouwen in de toekomst was de afgelopen maanden, terwijl ook duidelijk wordt dat de stijging van juni ten opzichte van mei zeer indrukwekkend is. Het is verreweg de grootste maandelijkse stijging in het plaatje. Voor de industrie meldt Ifo zelfs dat het de grootste maandelijkse stijging ooit is. Dat geeft de burger (enige) moed.

Amerikaanse orders duurzame goederen

Ik put ook moed uit de Amerikaanse cijfers over de orders voor duurzame goederen. Die zijn in mei met 15,8% gestegen ten opzichte van april. Toegegeven, in april bedroeg de maandelijkse daling liefst 18,1%, dus het absolute niveau in juni is lager dan het absolute niveau in maart, maar toch… Als bedrijven en consumenten zich extreem voorzichtig zouden gedragen, dan zouden de orders niet zo snel zijn toegenomen, ook al is het van een lage basis. Wat in de cijfers vooral opvalt, is de ruim 80% maand-op-maand stijging van orders voor transportmiddelen. Transport is een buitengewoon cyclische sector en daarom is dit een erg positief cijfer. Ik heb geen zicht op waarom de orders voor transportmiddelen zo fors zijn gestegen. Een basiseffect zal wellicht een rol spelen. Daarnaast kunnen tijdelijke factoren, zoals tijdelijke aanmoedigingspremies, de cijfers hebben geholpen. Als dat het geval is, volgt zeker een terugslag wanneer die premies worden beëindigd. Voorzichtigheid is daarom geboden bij de interpretatie van deze cijfers, maar toch…

PMIs hoger, maar moeilijk te interpreteren

Afgelopen week werden de voorlopige juni cijfers gepubliceerd over het ondernemersvertrouwen in een aantal sleutellanden, zoals gemeten door Markit. Overal nam het ondernemersvertrouwen toe ten opzichte van mei. Wel bleef de samengestelde index (dus voor de industrie en de dienstensector samen) in bijna alle gevallen onder 50. Alleen in Frankrijk werd die grens doorbroken: 51,3 ten opzichte van 32,1 in mei. Duitsland boekte een stijging van 32,3 naar 45,8, de eurozone van 31,9 naar 47,5, het VK ging van 30,0 naar 47,6 en de VS van 39,8 naar 46,8. Cijfers onder 50 suggereren krimp van de bedrijvigheid. Het is echter moeilijk voorstelbaar dat de bedrijvigheid niet zou zijn toegenomen in juni. Ik denk dat er een soort ‘bias’ in de cijfers zit en dat we de komende maanden in alle gevallen een verdere stijging tot ruim boven de 50 zullen zien. Graag teken ik nog wel aan dat in Japan weliswaar de samengestelde index ook steeg van 27,8 in mei, maar dat die stijging naar 37,9 toch wel tegenviel. De reeks voor de industrie daalde zelfs: 37,8 in juni tegen 38,4 in juni.

Monetaire ontwikkelingen in de eurozone positief

Het groeitempo van de geldhoeveelheid in de eurozone nam in mei verder toe. M3 groeide met 8,9% j-o-j, tegen 8,3% in april. Het zijn vooral direct opeisbare deposito’s die de groei bepalen. Vooral de deposito’s van niet-financiële bedrijven stijgen sterk: 17,6% j-o-j. Ook de kredietverlening aan niet-financiële bedrijven groeide in mei harder dan in de maand ervoor: 7,3% j-o-j, na 6,6% in april. Het lijkt erop dat bedrijven een ‘oorlogskas’ aanleggen om zware tijden die mogelijk nog gaan komen wanneer steunmaatregelen van overheden aflopen, het hoofd te bieden.

Al met al

Al met al zou ik zeggen dat recente indicatoren een iets positiever beeld schetsen van de economie dan eerder verwacht.  Dat het IMF juist negatievere groeitaxatie publiceerde in de afgelopen week is hopelijk niet meer dan een wat ongelukkige samenloop van omstandigheden. In deze tijd van extreme onzekerheid kun je beter een lading economische indicatoren op de voet volgen dan de veranderingen in de ramingen van instellingen als het IMF omdat hun ramingen eigenlijk altijd alweer zijn verouderd wanneer ze worden gepubliceerd. No disrespect…