Paniek aankopen door bedrijven, maar aantal faillissementen gaat meevallen

  • Optimisme Nederlandse industriële ondernemers op recordhoogte volgens de NEVI
  • Vertraging van leveringen helaas ook op recordhoogte
  • Bedrijven doen paniekaankopen
  • Eurozone inflatie op 2,0% – gaat de vlag uit in Frankfurt?
  • Door basiseffecten kan de inflatie makkelijk oplopen tot boven 4%
  • Het aantal faillissementen en werklozen kan wel eens enorm meevallen wanneer de steunmaatregelen wordt beëindigd

Het mondiale conjuncturele herstel zet behoorlijk door. Neem bijvoorbeeld wat Amerikaanse ondernemers zeggen over hun orderboeken. Volgens de enquête van de ISM steeg de sub-index voor nieuwe orders in de Amerikaanse industrie van 64,3 in april naar 67,0 in mei. En in de dienstensector steeg deze sub-index van 63,2 naar 63,9. Dat zijn sterke cijfers en ze impliceren een heel stevig groeimomentum.

Bron: Refinitiv Datastream

Het aantal banen in de VS nam in mei toe met 559.000, minder dan verwacht, maar wel beter dan april toen er slechts 278.000 banen bij kwamen. In maart kwam de teller uit op 785.000. De werkloosheidsgraad daalde van 6,1% naar 5,8% en het aantal banen ligt nog 7,7 miljoen beneden het niveau van voor de pandemie. Dit aantal daalt wel gestaag. Het aantal aanvragen voor nieuwe werkloosheidsuitkeringen daalt ook verder. De laatste stand is daar nu 385.000 in de week van 30 mei. Een week eerder waren er 405.000 aanvragen en in maart zo’n 750.000 per week.

NEVI boekt record

In ons eigen land rapporteerde de NEVI een recordstand in mei voor het ondernemersvertrouwen. Zoals de volgende grafiek laat zien is de correlatie tussen deze index en de groei van de industriële productie hoog. Een stevig aantrekken van de productie ligt dus in het verschiet.

Bron: NEVI

Toch bevatten al de positieve enquêteresultaten zeker ook een waarschuwing: de leveringsproblemen nemen toe. In het laatste deel van vorig jaar werd al duidelijk dat zich logistieke verstoringen in de wereld voordeden. De vraag naar goederen nam veel sterker en eerder toe dan verwacht terwijl zeecontainers op de verkeerde plaatsen stonden, zeevervoerders schepen uit de vaart hadden genomen en producenten hun productie hadden afgeschaald en productiecapaciteit hadden beperkt, anticiperend op een langere periode met zwakke vraag. Zo ontstonden leveringsproblemen en tekorten aan allerlei inputs. Ik ben geen supply-chain expert en had, in mijn optimisme en kennelijke naïviteit, gedacht dat deze problemen heel tijdelijk zouden zijn. Maar de situatie wordt alleen maar erger. Het persbericht van de NEVI zegt dat de vertragingen van leveringen nog nooit eerder zo ernstig zijn geweest (deze reeks gaat terug tot 2000). Het is zeker niet ondenkbaar dat een aantal bedrijven een slaatje uit de situatie probeert te slaan. Maar mijn oud-collega Albert-Jan Swart van ABN AMRO legde mij uit dat sommige tekorten, zoals die aan geheugenchips, zich voordoen in zeer kapitaalintensieve sectoren waar het opschalen van de productie niet eenvoudig en snel kan plaatsvinden. Dat klinkt plausibel en impliceert dat de problemen nog maanden kunnen aanhouden. Tot dusver wijzen de cijfers er nog niet op dat de productiegroei fors wordt beperkt door de leveringsproblemen, maar dat kan haast niet uitblijven. We zullen zien…

Overigens vertelde een bevriende ondernemer in de maakindustrie mij dat hij weliswaar roestvrij staal kan bestellen, maar dat levering dan op z’n vroegst over vier maanden kan zijn en dat hij de prijs nu nog niet kan afspreken. Dat maakt ondernemen wel heel lastig. Ook vertelde hij me dat de leveringsproblemen ondernemers ertoe aanzetten alles te kopen waar ze hun handen op kunnen leggen. In veel gevallen worden zo voorraden aangelegd waarmee voorlopig niets gebeurt. Zulk gedrag is weliswaar goed te begrijpen, maar het verergert de situatie alleen nog maar. Wordt vervolgd…

Gaat de vlag uit bij de ECB?

Hoera! De inflatie in de eurozone is in mei opgelopen tot 2,0%. Dat was 1,6% in april en -0,3% in de laatste maanden van vorig jaar. Je zou misschien denken dat de ECB daarmee haar doelstelling heeft bereikt en dat het monetaire beleid derhalve kan worden genormaliseerd, dat wil zeggen hogere rente en het stopzetten van de aankopen van obligaties. Dat is echter te kort door de bocht. Allereerst wordt de jaar-op-jaar (j-o-j) maatstaf van de inflatie momenteel omhooggeduwd doordat de prijzen in mei vorig jaar daalden ten opzichte van april. Er is dus sprake van een ‘basiseffect’. Daarnaast wordt de helft van de inflatie veroorzaakt door de energieprijzen. De kerninflatie, dat wil zeggen exclusief voedsel, energie, alcohol en tabak, bedroeg in mei 0,9% j-o-j. Inflatie die in belangrijke mate wordt gedreven door de energieprijzen is niet het soort inflatie dat je wilt. Zulke inflatie werkt als een belasting die energie-importerende landen afdragen aan energie-exporterende landen.Het zuigt koopkracht uit de economie. Wat je eigenlijk wilt, is inflatie die binnenslands wordt gegenereerd en die wordt gedreven door een aantrekkende economie en aantrekkende loonstijgingen.

Door basiseffecten, waaronder de invloed van de tijdelijke BTW-verlaging in Duitsland in de tweede helft van vorig jaar, en doordat inflatie in de pijplijn zich gedeeltelijk zal manifesteren op het niveau van consumentenprijzen gaat de gerapporteerde inflatie in de eurozone in de komende maanden nog veel verder oplopen. In juni zal dat waarschijnlijk nog niet het geval zijn, maar houd er rekening mee dat het inflatietempo in de maanden daarna makkelijk voorbij 4% kan schieten, al moet je natuurlijk eigenlijk door die tijdelijke basiseffecten heen kijken. Begin 2022 zal het gerapporteerde inflatiecijfer dan wel weer fors dalen, maar de duidelijk hogere inflatiecijfers na juni zullen de ECB en de spelers op financiële markten de komende maanden ongetwijfeld voor uitdagingen plaatsen.

Bron: Refinitiv Datastream

Verwacht bepaald geen tsunami aan faillissementen na afbouw steunmaatregelen

De steunmaatregelen voor het bedrijfsleven worden nog eens met drie maanden verlengd tot eind oktober. Verdere verlenging is niet uitgesloten. De vraag is of er een golf aan faillissementen aankomt wanneer die steun wordt beëindigd.

Toen de crisis vorig jaar toeslag was de algehele verwachting, ook de mijne, dat het aantal faillissementen zou stijgen. Banken bereidden zich erop voor door meer mankracht in te zetten op afdelingen voor ‘bijzonder beheer’, de afdeling binnen een bank waar kredieten aan bedrijven in moeilijkheden worden beheerd. Tegen de verwachting in, steeg het aantal faillissementen niet. Vanaf juni zette eigenlijk een tamelijk opmerkelijke daling in zoals onderstaande grafiek laat zien.

Bron: Refinitiv Datastream

Een berekening op de onderkant van een sigarendoos suggereert dat er tot en met april dit jaar sprake is van een ‘ondersterfte’ van bedrijven sinds midden vorig jaar van ruim 1100 bedrijven. Daarbij ga ik ervan uit dat het aantal faillissementen zich zonder pandemie in hetzelfde tempo zou hebben ontwikkeld als in de periode 2017-2019. Die 1100 bedrijven zouden zonder pandemie en zonder steunmaatregelen zijn omgevallen. Wanneer de steun wegvalt, zal een deel van die bedrijven alsnog omvallen, hoewel er ongetwijfeld bedrijven zijn die de ‘adempauze’ succesvol hebben benut om levensvatbaar te worden.

Overigens is de Nederlandse ervaring met een daling van de faillissementen niet uniek. In The Economist van dit weekend vond ik het volgende plaatje. Het laat zien dat ook in andere landen sprake is van minder faillissementen en dat die ervaring in schril contrast staat tot de ervaring in de crisis van 2008/09. Dat laatste is bij ons ook het geval.

Bron: The Economist

Verder zullen er na het stopzetten van de steun bedrijven omvallen die te maken hebben met veranderde voorkeuren van hun klanten waarop ze niet of onvoldoende hebben ingespeeld of hebben kunnen inspelen. Hoeveel dat er zijn, is niet te voorspellen.

Hoewel een mogelijk fors aantal bedrijven uit de gesignaleerde ondersterfte alsnog het loodje zal leggen ben ik geneigd te denken dat het met de faillissementen allemaal enorm mee gaat vallen. Dat betekent waarschijnlijk ook dat de stijging van de werkloosheid die door velen wordt voorspeld wel eens uit kan blijven of tenminste heel beperkt zal blijven.

Uit recent onderzoek naar de financiële positie van het MKB door Jasper de Winter en Maikel Volkerink van DNB (HIER door Cntrl + click op: def_dnbanalyse-de-financiële-positie-van-het-nederlandse-mkb-één-jaar-na-de-covid-19-uitbraak.pdf) concludeer ik dat het MKB in ons land de crisis redelijk heeft doorstaan. Bedenk dat de recessie ongekend abrupt en diep was. Uiteraard is een aantal bedrijven zwaar getroffen. 9300 bedrijven zijn volgens het DNB-onderzoek in liquiditeitsproblemen gekomen en 3700 bedrijven hebben een negatief eigen vermogen gekregen. De verschillen tussen sectoren zijn evenwel groot. Volgens het DNB-onderzoek is het totale solvabiliteitstekort dat door de pandemie is ontstaan bij deze bedrijven ca. EUR 2,1 mrd, dat is een tekort van EUR 13.000 voor het mediane bedrijf. Heel vervelend natuurlijk, maar het had veel slechter gekund.

Bron: DNB

Toen de crisis toesloeg en de mogelijkheid werd ingesteld om belastinguitstel te krijgen, hebben veel bedrijven van die gelegenheid gebruik gemaakt. Op een zeker moment beliep de belastingschuld naar verluid EUR 36 mrd. Maar eind april was dat gedaald tot EUR 16 mrd. De belastingdienst had toen voor EUR 4 mrd vermindering toegekend en bedrijven hadden kennelijk al voor EUR 16 mrd afgelost. Ik vind dat laatste bedrag opmerkelijk groot. De ervaring bij banken is vergelijkbaar. Banken boden zakelijke klanten vorig jaar een uitstel van zes maanden aan op de betaling van rente en aflossing. Een meerderheid van bedrijven ging in op dat aanbod, maar het grootste deel van die uitgestelde betalingen zijn inmiddels toch voldaan.

Het lijkt het erop dat, afgezien van enkele sectoren, het MKB de crisis goed heeft doorstaan. Voor de verwachtingen ten aanzien van een mogelijke toename van faillissementen en werkloosheid is een aantal andere factoren ook relevant. Zo staan we aan de vooravond van een economisch herstel dat waarschijnlijk krachtiger zal zijn dan waarop eerder werd gerekend. Ten tweede hoeven bedrijven met belastingschuld niet dit, maar pas volgend jaar te beginnen met het terugbetalen van hun belastingschuld en mogen ze er dan vijf jaar over doen in plaats van drie. En ten derde is de faillissementswetgeving dit jaar veranderd. Dat staat los van de pandemie. Vanaf begin dit jaar is het voor bedrijven makkelijker om een klein aantal schuldeisers dat een faillissement prefereert boven een herstructurering te dingen toch mee te doen aan zo’n herstructurering. Dat zal in veel gevallen faillissement voorkomen en een doorstart mogelijk maken.

Per saldo concludeer ik dat de steunmaatregelen bijzonder effectief zijn gebleken om de economische schade te beperken. Helaas betekent dat natuurlijk niet dat er geen schade is. De kans dat het economische nieuws de komende kwartalen zal meevallen en dat economen hun economische prognoses in positieve zin zullen aanpassen is groot. Mogelijk sterker dan verwacht oplopende inflatie, daaruit voortvloeiende nervositeit in financiële markten en de logistieke verstoring in de wereld vormen de belangrijkste bedreigingen.