Keynes – nabrander van gisteren

Gisteren plaatste ik hier een post over het essay “Economic Possibilities for Our Grandchildren” dat de Britse econoom Keynes in 1930 schreef.

Ik verbaasde mij vooral over de sterk negatieve stellingname van Keyens jegens de markteconomie. Hij betoogt dat de markteconomie het mogelijk zal maken een samenleving van overvloed te bewerkstelligen. Maar als dat eenmaal is gerealiseerd hebben we die markteconomie niet meer nodig volgens hem en zal die dus worden afgeschaft. Hij trapt dan nog wat na door wel erg onvriendelijke kwalificaties te geven over de liefde voor geld en de manier waarop markten werken.

Mijn verhaaltje heeft de nodige reacties opgeleverd. Een contact merkte misschien terecht op dat de toekomstvisie van Keynes en Karl Marx eigenlijk vergelijkbaar waren.

Maar de reden voor deze nabrander is een andere reactie. Een oud-collega wees erop dat markten en de markteconomie in 1930 iets heel anders waren dan nu. Tussen toen en nu zijn markten sterk gereguleerd. Daarmee zijn allerlei negatieve bijwerkingen (in economenjargon: negatieve externe effecten) teruggedrukt. Keynes heeft dat niet kunnen voorzien. Mijn oud-collega betoogt dat Keynes in zekere zin toch gelijk heeft gekregen. Het soort wilde-westen-kapitalisme van honderd jaar geleden bestaat niet meer. Keynes zou de nu bestaande markteconomie waarschijnlijk best kunnen pruimen, meent hij.

We kunnen het Keynes helaas niet zelf vragen, maar het is een interessant perspectief.