Nieuwe ronde, nieuwe kansen

  • Vertrouwen van Nederlandse consumenten en producenten loopt sterk uiteen
  • Nederlandse inflatie loopt verder op
  • Die in de eurozone ook
  • Komen we de pandemie te boven in 2022?
  • Renteverhogingen in de VS komen eraan
  • De inflatiegeest is (nog) niet uit de fles

Nederlandse consumenten en producenten in de industrie zijn het momenteel zeer oneens met elkaar. Terwijl de stemming onder deze ondernemers opmerkelijk opgetogen is, zitten de consumenten er maar terneergeslagen bij. Het is tekenend voor de huidige economische situatie. Het coronavirus komt in golven en varianten over ons heen en dat geeft aanleiding tot het aanscherpen en dan weer terugdraaien van beperkingen op het openbare leven. Maar de economische gevolgen verschillen sterk van sector tot sector. Het depri-gevoel van consumenten de laatste maanden houdt ongetwijfeld verband met het opgelopen aantal coronabesmettingen en de lockdownmaatregelen. Ook de opgelopen inflatie zal het consumentenvertrouwen geen goed hebben gedaan. Het zijn vooral ondernemers in de dienstensector die het zwaarst te lijden hebben, terwijl de industrie juist stevig is hersteld. Natuurlijk zijn er leveringsproblemen en stijgende kosten, maar de industriële productie in ons land stijgt snel en orderportefeuilles zijn goed gevuld.

Het eerste plaatje laat de indices zien van het vertrouwen van consumenten en van producenten in de industrie. Het tweede plaatje laat het verschil tussen beide indices zien over de laatste 20 jaar. Het is duidelijk dat de huidige constellatie ongebruikelijk is.

Bron: Refinitiv Datastream
Bron: Refinitiv Datastream

Nederlandse inflatie verder omhoog in december

Volgens voorlopige cijfers is de inflatie in december verder opgelopen. De inflatiemaatstaf volgens de Europese HICP-berekeningsmethode bedroeg vorige maand 6,4%, tegen 5,9% in november. Het CBS komt komende week pas met uitgebreide cijfers inclusief de nationale maatstaf die in november 5,2% bedroeg. De gestegen energieprijzen zullen ongetwijfeld de grootste boosdoener zijn geweest. Vooral de gasprijs in Europa is extreem hoog en volatiel. Voor de pandemie bedroeg de gasprijs iets onder EURO 20 per MWH. Medio 2021 was dat opgelopen tot ca EUR 35. Daarna ging het snel: ca EUR 90 eind september. In november fluctueerde de prijs tussen EUR 65 en EUR 95. Vervolgens vloog de prijs naar EUR 180 vlak voor Kerstmis om het jaar te eindigen op EUR 70. Inmiddels kost gas weer EUR 95. Doordat de regering per ingang van dit jaar de energiebelasting heeft verlaagd, zal de inflatie vanaf het januaricijfer worden gedrukt. Tja, zo kan ik het ook… en vergeet niet dat ook de huren (met een totaal gewicht van ca 23% in de inflatiemand) aan banden zijn gelegd. Zo schuift onze markteconomie langzaam op richting directe prijscontroles…

TTF gas future prijs (euro per MWH)


Bron: Dutch TTF Gas Futures | ICE (theice.com)

Eurozone inflatie ook iets hoger en breder

De inflatie in de eurozone is in december opgelopen tot 5,0%, van 4,9% in november. Uiteraard was energie de grote boosdoener. Energieprijzen waren 26,0% hoger dan een jaar eerder (november 27,5%). Doordat energie een gewicht heeft van 9,5% in de inflatiemand was deze component verantwoordelijk voor bijna de helft van de totale inflatie.

Bron: Refinitiv Datastream

Exclusief voedsel, energie, alcohol en tabak, dus wat we de kerninflatie noemen, was de prijsstijging 2,6%, hetzelfde als in november. Het verhaal dat de inflatie bijna volledig wordt gedreven door energie gaat derhalve niet op. De volgende grafiek laat zien dat de inflatie op het gebied van diensten en van industriële goederen (excl. energie) de laatste maanden ook fors is opgelopen. Waarvan akte.

Bron: Refinitiv Datastream

Het einde van de pandemie?

Gaan we dit jaar de pandemie achter ons laten? En hoe zal de economie zich dan ontwikkelen? Dat zijn de grote vragen aan het begin van het jaar. We hebben ons wat betreft de pandemie al wel eerder rijk gerekend om vervolgens toch teleurgesteld te worden. Dus we moeten voorzichtig zijn. De ervaringen in diverse landen met de omikron-variant suggereren echter dat die variant besmettelijker is dan eerdere maar mildere effecten heeft op de gezondheid. Dan valt er veel voor te zeggen om de strengste beperkingen op het openbare leven op te heffen. Sommige landen hebben die keus kennelijk al gemaakt. Zo is het aantal besmettingen gerelateerd aan de bevolkingsomvang in Denemarken momenteel zeer hoog, maar zijn de restricties op het openbare leven beperkt.

Wanneer het leven vrijer wordt dan heeft de economie in mijn optiek een behoorlijke herstelkracht. Doordat een groot deel van de economische schade van de pandemie op de overheidsfinanciën is beland is de schade in de rest van de economie relatief bescheiden. Wel is deze zeer ongelijk verdeeld. Een groep ondernemers in de detailhandel en horeca is zeer zwaar getroffen en zij verdienen verdere steun van de overheid. Maar de financiële positie van verreweg de meeste gezinnen is er eerder op vooruit gegaan dan verslechterd. Ondanks de hogere inflatie en de daling van de koopkracht uit lopende inkomens is er wel degelijk een behoorlijke bestedingskracht onder consumenten. Daarnaast hebben bedrijfswinsten zich in totaliteit gunstig ontwikkeld waardoor ook bedrijven kunnen inzetten op groei. Wanneer de logistieke verstoringen dan ook nog verminderen, staat weinig een voortzetting van forse economische groei in de weg.

Voor dit jaar zie ik, behalve ongunstige ontwikkelingen wat betreft Covid, een heel grote uitdaging en een mede daaraan gerelateerd risico. Eerst de uitdaging. In veel landen en zeker in Nederland, is de arbeidsmarkt krap. Dat was voor de pandemie al het geval bij ons. Er zijn een paar mogelijke gevolgen. Ten eerste kunnen personeelstekorten een rem zetten op de productie. In de strijd om personeel zullen loonstijgingen versnellen. Ook is het denkbaar dat bedrijven door te investeren in arbeidsbesparende technologie de productiviteit omhoog weten te krikken. Aangezien de pandemie heeft laten zien dat thuiswerken voor veel meer activiteiten mogelijk is dan we voor de pandemie in de praktijk brachten, ligt het in de rede dat bedrijven in landen met een krappe arbeidsmarkt ‘thuiswerkers’ in andere landen zullen rekruteren. Zo kan de nationale arbeidsmarktkrapte het hoofd worden geboden. Overigens zal dit de concurrentieverhoudingen op de arbeidsmarkt wel veranderen, ongetwijfeld in het nadeel van werknemers.

Amerikaanse arbeidsmarktkrapte leidt tot loonstijging

Het volgende plaatje schetst de situatie voor de VS. De oranje lijn is gebaseerd op cijfers uit het zogeheten JOLTs rapport en geeft het aantal vacatures weer per 100 werklozen. In Nederland overtreft het aantal vacatures momenteel het aantal geregistreerde werklozen. Voor het derde kwartaal van 2021 meldde het CBS 126 vacatures per 100 werklozen. Maar in de VS lag het in november zelfs op 154. De blauwe lijn komt uit de enquête van de National Federation of Independent Business (een belangenorganisatie van het MKB) en geeft het percentage bedrijven weer dat zegt van plan te zijn de slarissen binnenkort te zullen verhogen. Het is duidelijk dat de plannen om de salarissen te verhogen sterk afhangen van de spanning op de arbeidsmarkt.

Bron: Refinitiv Datastream

Wanneer de salarisverhogingen inderdaad worden gerealiseerd bestaat het gevaar dat de door energieprijzen en logistieke verstoringen opgelopen inflatie een meer permanente basis krijgt.

Lange tijd heeft de Federal Reserve volgehouden dat de hogere inflatie tijdelijk zou zijn en dat krapper monetair beleid niet nodig of gerechtvaardigd was. Tussen september en december heeft er een behoorlijke draai in het denken van de Fed plaatsgevonden. Waar de leden van het beleidscomité in september in meerderheid dachten dat renteverhogingen in 2022 niet zouden plaatsvinden (een minderheid achtte één of twee renteverhogingen waarschijnlijk), daar meende in december een meerderheid dat 2022 drie renteverhogingen zou opleveren. Bovendien werd het tempo opgevoerd waarin de obligatieaankopen worden verminderd. De deze week verschenen notulen van die vergadering medio december bevatten bovendien twee verrassingen. Zo zal de eerste renteverhoging mogelijk eerder plaatsvinden dan tot nu toe verwacht. Bovendien overweegt de Fed om niet alleen te stoppen met obligatieaankopen waardoor de balans van de centrale bank niet meer toe zal nemen, ook zal de Fed wellicht al sneller dan verwacht beginnen met het verkorten van haar balans. Dat doet ze door het geld dat binnenkomt doordat obligaties worden afgelost niet opnieuw in obligaties te beleggen. De aandelenmarkt schrok nogal van deze notulen. En daar zit wat mij betreft het grootste risico voor 2022. Als de inflatie hoger en hardnekkiger blijft dan nu voorzien en de Fed de rente nog veel sterker moet verhogen dan nu verwacht of de kapitaalmarktrente loopt op omdat marktparticipanten denken dat de Fed te laat is en de inflatieverwachtingen lopen op, dan dreigt financiële instabiliteit. Een onverwacht forse stijging van de Amerikaanse rente zal een schokgolf door andere financiële markten teweeg kunnen brengen. Voorlopig is dat in mijn optiek niet meer dan een risico.

De inflatiegeest is nog niet uit de fles

De belangrijkst vraag is of de Fed al niet te laat is. De ervaringen van de jaren zeventig en tachtig suggereren dat het veel economische schade veroorzaakt wanneer de inflatiegeest uit de fles is ontsnapt en de centrale bank die geest weer met kracht terug in de fles probeert te krijgen. Sommigen zullen beweren dat die inflatiegeest al lang uit de fles is. De totale inflatie in de VS bedroeg in november immers bijna 7% terwijl de favoriete maatstaf van de Fed die voedsel en energie buiten beschouwing laat, op 4,7% stond. Ik zou echter zeggen dat de ontwikkeling van de inflatieverwachtingen bepalend is voor een oordeel over of de inflatiegeest al dan niet reeds uit de fles is ontsnapt.

Er zijn diverse maatstaven voor inflatieverwachtingen. Ze geven allemaal een vergelijkbaar beeld: de inflatieverwachtingen zijn na de uitbraak van de pandemie eerst gedaald, maar vanaf medio 2020 weer gestegen. Het inmiddels bereikte niveau is geenszins verontrustend zoals de volgende grafiek, die is gebaseerd op berekeningen van de Cleveland Fed, duidelijk maakt. Ik zou dan ook concluderen dat de inflatiegeest nog niet uit de fles is ontsnapt. De Fed doet er echter zeker verstandig aan een begin te maken met het verkrappen van het monetaire beleid voordat de inflatieverwachtingen veel verder stijgen. Het beëindigen van de obligatieaankopen in maart en een eerste renteverhoging in dezelfde maand lijken mij daarom verstandige maatregelen.

Bron: Refinitiv Datastream

Tot slot

Misschien ben ik naïef en hardleers, maar ik heb goede hoop dat we de pandemie in de loop van dit jaar achter ons gaan laten. De economische vooruitzichten zijn dan gunstig. Personeelstekorten gaan wel een forse uitdaging vormen, al waren ze dat voor de pandemie in Nederland ook al.

De inflatie loopt vooralsnog verder op. In de eurozone gaat het echt om meer dan alleen energie. Het belangrijkste risico voor de economische vooruitzichten is dat de inflatie hardnekkiger en hoger blijft dan voorzien. Als een dergelijke ontwikkeling een onverwacht sterke (vooral Amerikaanse) rentestijging tot gevolg heeft, dan kan dat vervolgens tot aanzienlijke financiële instabiliteit leiden. Hoewel ik denk dat centrale banken de inflatie onderschatten, blijft ook voor mij een scenario met financiële instabiliteit niet meer dan een risico.