CPB laat zien wat groene groei kost

Dat is de titel van mijn column deze week op de websites van BNR en Investment Officer. Het gaat over de vier scenarios die het CPB onlangs presenteerde in een langetermijnverkenning.

Hier is de volledige tekst.

Onlangs publiceerde het CPB een langetermijnverkenning onder de titel ‘Kiezen voor later: vier visies voor 2050’. In tegenstelling tot eerdere van zulke studies zijn de vier gepresenteerde scenario’s gebaseerd op uiteenlopende maatschappijvisies. De becijferingen zijn ongetwijfeld omgeven met een ruime onzekerheidsmarge, maar ze maken duidelijk wat die keuzes zo ongeveer kosten en opleveren in economische zin. Het blijft overigens wel een economische analyse. Tal van niet-economische zaken worden niet gekwantificeerd.

Een echte ‘eye opener’ is hoezeer de ontwikkeling van het materiële welvaartsniveau in 2050 uiteenloopt in de vier scenario’s. In het scenario dat het meest is gericht op het realiseren van een zo hoog mogelijke economische groei ligt het BBP per hoofd van de bevolking in 2050 47% hoger dan nu. In het scenario ‘autonoom’, waarbij er vooral naar wordt gestreefd onze afhankelijkheid van het buitenland te beperken, blijft die stijging beperkt tot 6%. Dat scheelt een slok op een borrel, eigenlijk een hoop slokken. Het scenario ‘samen’, waarin solidariteit centraal staat, komt uit op een stijging van 10% en het scenario ‘duurzaam’ op 23%. In dat laatste scenario is de stijging van de totale materiële welvaart per hoofd van de bevolking dus nog niet de helft van wat in het groeiscenario wordt gerealiseerd.

Aan elk scenario kleven uiteraard ook bezwaren. Zo leidt het hoge-groei scenario tot meer milieuschade en ongelijkheid, al zullen de sociale minima in dit scenario in absolute zin beter af zijn dan in alle andere scenario’s. En in het duurzame scenario is sprake van de meest gedetailleerde bemoeienis van de overheid met ons persoonlijke leven.

Wat maakt het uit?

Het is natuurlijk wel de vraag hoe relevant die verschillen in groei zijn. Wat maakt het uit dat we wat meer of minder groeien? Veel mensen zijn daarover verbijsterend inconsistent. Enerzijds zijn ze heel laconiek over economische groei. De wens de economie te laten groeien wordt vaak geassocieerd met een egocentrische en materialistische instelling, geen algemeen bewonderde persoonlijkheidskenmerken. “We hebben het goed genoeg, het mag ook wel wat minder” is een vaak gehoorde opvatting en de ‘degrowth’-beweging mag in ons land rekenen op een vrij brede sympathie.

Deze nogal abstracte benadering van economische groei verdwijnt echter als sneeuw voor de zon wanneer mensen de gevolgen van afwezigheid van groei – en helemaal de gevolgen van krimp – in hun portemonnee voelen. Ze turen eindeloos op koopkrachtplaatjes en eisen koopkrachtherstelmaatregelen wanneer de uitkomsten van de berekeningen niet bevallen. Mensen die een reële inkomensachteruitgang incasseren worden doorgaans boos, verontwaardigd en strijdbaar. Zelf een bijdrage leveren aan ‘degrowth’ is kennelijk weinig populair. Economische stilstand en achteruitgang vergroten de maatschappelijke tegenstellingen dan ook.

Een paar jaar geleden had ik hierover met een van mijn beste vrienden een onthutsende discussie. Hij vond economische groei niet (meer) nodig. Ik hield hem voor dat in een wereld zonder groei niemand erop vooruit kan gaan zonder dat een ander achteruitgaat. Deze vriend is een jurist en niet dom, maar dat toch vrij simpele concept kon hij niet bevatten. Met snel stijgend ongeduld en, eerlijk gezegd, gênante stemverheffing probeerde ik het hem meerdere malen uit te leggen. Tevergeefs. Hij begrijpt het nog steeds niet. Inmiddels vermijden we het onderwerp. Mijn vriend zal wel niet de enige zijn die er zo in zit. Heel verontrustend.

Wees transparant en eerlijk

Terug naar de scenario’s van het CPB. Duurzaamheid is in de mode. Er heerst een euforie omheen. Duurzaam wordt voorgesteld als groeimodel.  De term groene groei is zelfs opgenomen in de naam van een ministerie. De studie van het CPB laat op ondubbelzinnige wijze zien dat dit een illusie is. Met die groene groei zijn we in 2050 20% armer dan met normale groei. Sic! Dat hoeft geen reden te zijn er niet voor te kiezen. Er kunnen allerlei redenen zijn om toch het duurzame scenario te volgen. Maar het zou eerlijk en verstandig zijn om transparant te zijn over alle, in dit kader vooral de economische consequenties. Dat voorkomt teleurstellingen en problemen.