Dit moest ik even van me afschrijven…
Eigenlijk heb ik een pesthekel aan mensen die regelmatig zeggen “I told you so”, maar vandaag doe ik het zelf. In september schreef ik twee columns waarin ik betoogde dat Kamala Harris een zeer zwakke Amerikaanse presidentskandidaat was. Dat werd mij niet erg in dank afgenomen. In ons land kwam juist een soort euforie tot ontwikkeling over haar kandidatuur, hoewel dat misschien niet veel meer was dan ‘ABT’, anybody but Trump. Maar kijk naar een reeks van feiten.
Toen Harris van 2017 tot 2020 senator was, had ze de reputatie linkser en extremer te zijn dan Bernie Sanders en Elizabeth Warren; dat is veel te radicaal voor het Amerikaanse electoraat, ook al nam ze in haar verkiezingscampagne afstand van een reeks radicale standpunten uit die tijd. Dat hielp haar geloofwaardigheid overigens niet.
Harris probeerde in 2020 de Democratische presidentskandidaat te worden, maar dat werd een flop. Ze moest als een van de eersten haar campagne beëindigen omdat ze geen volgers kreeg.
Ze werd iets later vice-presidentskandidaat omdat een vrouw met een kleurtje kiezers kon trekken. En uiteindelijk wonnen Biden en Harris de verkiezingen.
Harris kreeg als vice-president de verantwoordelijkheid voor immigratie, maar dat werd een enorme puinhoop, vooral bij de grens met Mexico.
Toen Biden steeds meer aftakelde, deed ze niets.
Toen het evident was dat het met Biden echt niet meer ging, is Harris niet gekozen, maar naar voren geschoven als presidentskandidaat.
In de campagne meed ze de pers aanvankelijk, zeker de kritisch-gezinde pers. In interviews die ze dan wel gaf sloeg ze regelmatig wartaal uit, ‘word salad’ werd dat genoemd. Totaal onsamenhangende betogen waar geen touw aan vast viel te knopen die vaak ontaardden in merkwaardig gegiechel.
Harris zei dat ze het beleid van Biden zou veranderen, ‘turning the page’ heette dat. Maar gevraagd wat ze concreet zou veranderen, antwoordde ze “nothings springs to mind”. En gevraagd waarom ze haar vice-presidentschap niet had gebruikt voor de kennelijk noodzakelijke veranderingen kwam nooit een geloofwaardig antwoord.
Toegegeven, het televisiedebat met Trump heeft ze goed gedaan.
Vervolgens bestond de strategie van de Harris-campagne eruit om de aandacht te richten op de manco’s van Trump. De kwalificaties werden daarbij steeds extremer, maar boetten daardoor juist in wat betreft overtuigingskracht.
Over haar eigen economische beleidsplannen zei ze niet veel, ze verwees daarvoor naar een document van 81 pagina’s op haar website.
Inmiddels hebben Harris en de Democratische partij niet gewoon de verkiezingen verloren, ze hebben een verpletterende nederlaag geleden. I rest my case. Zelfs onder jongeren, vrouwen en zwarten wilde het niet lukken. Harris wist geen enkele swing state te winnen, verloor de ‘popular vote’ met zo’n 4,5 miljoen stemmen en de Democraten verloren de meerderheid in de Senaat terwijl de Republikeinen de baas bleven in het Huis. Als je zo’n vernedering ondergaat en dan helemaal als die wordt toegebracht door iemand waar van alles op valt aan te merken, zou ik zeggen dat er alle reden is voor een heel kritische zelfreflectie. Wat was er mis met ‘onze’ campagne? Wat was er mis met ‘onze’ kandidaat. Maar bovenal: wat is er mis met ‘onze’ boodschap? Van zulke zelfreflectie ontbreekt vooralsnog nog elk spoor.
Onder mijn Amerikaanse vrienden, die allemaal Democraat zijn en aan de tafels van de Nederlandse praatprogramma’s is de verbijstering en verontwaardiging enorm. Ik begrijp daar helemaal niets van. Wie de moeite had genomen zich breed te informeren en dus zowel naar CNN, maar ook naar Fox had gekeken, wist dat wat is gebeurd er dik in zat. Maar ja, wie alleen naar CNN kijkt en in Nederland naar de NPO, wie alleen De Volkskrant en de NRC leest of de Guardian en de New York Times die is totaal verrast. Iedereen maakt fouten. Waar het om gaat is wat je daarvan leert. Veel commentatoren nog niet zoveel, is mijn indruk.