Overal tweespalt

  • Herstel China en de VS gaat vlotter dan elders
  • In het geval van de VS komt dat waarschijnlijk door de grotere economische veerkracht en de grotere directe economische stimulering door de beleidsmakers
  • Mogelijk nieuwe restricties op het openbare leven als gevolg van een toenemend aantal besmettingen zijn een bedreiging voor het herstel in de VS
  • Eurozone economie herstelt ook, maar traag
  • Japanse en Koreaanse productie en handelscijfers stellen teleur

In wat voor wereld leven we eigenlijk? Er lijkt wel overal tweespalt. Tussen Donald Trump en Joe Biden, bijvoorbeeld. Of tussen Europese ministers van financiën over EU steunpakketten, of tussen Maurice de Hond en het RIVM, of Johan Derksen en Akwasi. Zouden de pandemie en de lockdown dat met ons doen? Dat we controverse zoeken? Gisteren hoorde ik op televisie een NRC-journalist zeggen dat de toonzetting op social media zich tijdens de coronacrisis fors is verhard. Ik vermoed dat hij gelijk heeft en het lijkt me zorgwekkend.

In de mondiale economie ontwikkelt zich ook een opmerkelijke tweespalt. Het herstel loopt niet bepaald synchroon in diverse landen, tenminste, niet als je op de meest recente cijfers afgaat. En iets beters hebben we niet, dus wat moet je anders? De VS en China lijken een overtuigender herstel door te maken dan de rest.

Chinees ondernemersvertrouwen neemt toe, vooral in de dienstensector

China werd het eerst door het coronavirus getroffen, ging het eerst in lockdown en kwam er ook als eerste weer uit. Het ondernemersvertrouwen in China (op de maatstaven van de NBS)  kwam in maart al boven de grens van 50 ten teken dat de economie sindsdien weer groeit. Vooral de dienstensector lijkt zich krachtig te herstellen. In juni bereikte de index voor deze sector het hoogste niveau sinds juni 2018: 54,4, tegen 53,6 in mei. De vertrouwensindex voor de industrie is ook wel boven de 50, maar zwabbert vlak boven die grens rond: 50,9 in juni, na 50,6 in mei. De concurrerende maatstaven van Caixin zijn nog wat overtuigender. Die index van het ondernemersvertrouwen in de dienstensector steeg van 55,0 in mei tot 58,4 in juni, de hoogste stand sinds 2010.

Bron: Refinitiv

Amerikaanse indicatoren blijven per saldo positief verrassen

Het merendeel van de economische indicatoren in de VS laat ook een behoorlijk herstel zien. Het ondernemersvertrouwen in de industrie zoals door de ISM gemeten, bijvoorbeeld, steeg in juni naar 52,6, een grote sprong van 43,1 in mei. Binnen deze enquête wordt door economen veel gekeken naar de reeks die de beoordeling van nieuwe orders aangeeft. Die steeg van 31,8 in mei naar 56,4, het hoogste niveau sinds januari 2019. Je kunt daar alleen maar positief over zijn. Overigens is de ISM voor de industrie nu wel iets vooruitgelopen op de Markit PMI die in juni vlak onder de grens van 50 bleef steken: 49,6. Een kniesoor die er een punt van maakt…

Bron: Refinitiv

Ook de maandelijkse werkgelegenheidscijfers overtroffen in juni de verwachtingen, opnieuw. In juni kwamen er 4,8 miljoen banen bij. In mei waren het 2,7 miljoen banen. Bedenk wel, in april verdwenen in de VS 20,8 miljoen banen. Het werkloosheidspercentge zakte van 13,3% in mei naar 11,1% in juni. Het plaatje met het werkloosheidspercentage laat mooi zien hoe abrupt en diep de ineenstorting op de Amerikaanse arbeidsmarkt is (geweest) als je dat bijvoorbeeld vergelijkt met de ook al diepe recessie van 2008/2009.

Volgens de maatstaf van de Conference Board nam het consumentenvertrouwen in juni fors toe. Met een stijging van 85.9 in mei tot 98,1 in juni werden de verwachtingen van economen ook duidelijk overtroffen, al blijft het niveau van voor de pandemie van ca 130 nog ver weg.

Bron: Refinitiv
Bron: Refinitiv

Er waren deze week echter ook wat cijfers die tegenvielen in de VS. Zo stegen de Chicago PMI en de New York ISM veel minder dan verwacht in juni. Ook de buitenlandse handel helpt nog niet. In mei viel de waarde van de export opnieuw terug, evenals de waarde van de invoer. 

Kan het Amerikaanse herstel het huidige momentum vasthouden?

Per saldo ziet het herstel de VS er toch veelbelovend uit. Wel zijn er twee prangende vragen over dat herstel. Ten eerste: gaat de toename van de coronabesmettingen in een aantal staten tot veel nieuwe lockdown maatregelen leiden en in hoeverre zal dat het herstel een klap toebrengen. Een antwoord op die vraag is op dit moment niet te geven, we moeten het afwachten.

Een tweede vraag is of het herstel in de VS kan doorzetten als de rest van de wereld achterop raakt? Waarschijnlijk is het antwoord op die vraag: ja. De Amerikaanse economie is tamelijk gesloten en heeft daardoor minder last van de buitenwereld. Traditioneel loopt de Amerikaanse conjunctuur doorgaans ook wat voor op de onze. Daar komt bij dat de Amerikaanse economie dynamischer en veerkrachtiger is dan veel andere. Ten slotte zijn de stimulansen die de Amerikaanse overheid en de Fed verschaffen groter dan die in de meeste andere landen. Het grote verschil in de versnelling van de geldgroei is hier waarschijnlijk een gevolg van. Zoals de volgende grafiek laat zien is de M1-groei in de eurozone versneld van 8,2% j-o-j in februari tot 12,6% in mei. Op zich is dat niet misselijk, maar het verbleekt bij de versnelling van de Amerikaanse M1 groei over die periode: van 6,7% tot 33,5%.

Bron: Refinitiv

De rest van de wereld sukkelt er achteraan

Terwijl de Amerikaanse economie zich behoorlijk lijkt te herstellen en ook de Chinese economie, voor zover daar veel over te zeggen valt, weer het groeipad heeft hervonden, blijft het herstel in Europa duidelijk achter. De breedste vertrouwensindex, ‘Economic Sentiment’ van de Europese Commissie die vertrouwen in diverse sectoren en onder consumenten combineert, steeg in juni behoorlijk: 75,7, na 67,5 in mei, maar de grafiek maakt duidelijk dat er nog een lange weg te gaan is.

Bron: Refinitiv

Voor ons eigen land is het beeld niet wezenlijk beter, getuige de volgende grafiek.

Bron: Refinitiv

In Azië zijn naast China, Japan en Korea belangrijke economieën. De cijfers daar wijzen vooralsnog ook al niet op een krachtig herstel. De industriële productie daalde in mei opnieuw. In Japan met 8,4% ten opzichte van april, in Korea met 6,7%. De volgende grafiek laat zien dat de jaar-op-jaar mutaties in Japan en Korea in mei nieuwe dieptepunten bereikten: -24,8% voor Japan en -9,6% voor Korea. De handelsstatistieken van Korea laten in juni een kleine verbetering zien, maar het blijven wel forse ‘minnen’ ten opzichte van vorig jaar. De waarde van de import was 11,4% lager dan in juni 2019, duidelijk beter dan de -21,1% van mei, maar niet echt goed. De exportwaarde was 10,9% lager, na -23,7% in mei.

Bron: Refinitiv

Divergentie overheerst

Samengevat kun je zeggen dat het herstel in de VS behoorlijk vordert en in China waarschijnlijk ook, maar dat andere delen van de mondiale economie duidelijk achterblijven. Ik denk dat het komt door de grotere veerkracht van de Amerikaanse economie en de andere aanpak om de crisis te bestrijden. Of het Amerikaanse herstel kan beklijven, zal moeten blijken. Ik vermoed van wel en ik denk dat wij ons er vervolgens wat aan op zullen kunnen trekken. Zo gaat het meestal. Nieuwe lockdown maatregelen in antwoord op een toenemend aantal besmettingen in delen van de VS vormen echter een serieus gevaar voor het economische herstel.