Een enorm gevecht; niet verslappen aub

  • Het mondiale economische herstel zet door, maar lijkt toch wat aan momentum in te boeten
  • Het toenemend aantal besmettingen in veel landen vormt een serieuze bedreiging voor het herstel
  • Voorlopige PMIs in Europa zijn bemoedigend in juli; Duitsland profiteert van opleving in China
  • Overheden moeten overwegen de steunmaatregelen verder te verlengen en dan liever voor langer dan drie maanden. Niet verslappen nu!
  • Nederlandse cijfers over consumptie, investeringen en export maken duidelijk hoe cruciaal overheidsmaatregelen zijn

Covid-19 heeft de mondiale economie een reusachtige klap toegebracht. Dat weten we. De wereldhandel, de particuliere consumptie en bedrijfsinvesteringen zijn allemaal gekrompen, en fors ook. Als overheden en centrale banken niet alert en krachtig maatregelen hadden genomen, had zich een catastrofe ontvouwd die zijn weerga niet kent. Maar we zijn er nog bepaald niet.

In de meeste landen bereikte de conjunctuur een dieptepunt in april. Sinds het aantal nieuwe besmettingen eerst is gestabiliseerd en daarna is gedaald en de lockdown maatregelen zijn versoepeld, is sprake van een enig economisch herstel. Aangezien we nog nooit zoiets hebben meegemaakt, kijken economen met ingehouden adem naar alle cijfers die worden gepubliceerd, hopend een indicatie te krijgen of het herstel doorzet of niet.

Drie factoren die het herstel tegenwerken

Er zijn daarbij drie zaken die de opleving kunnen tegenwerken. Allereerst uiteraard het toenemend aantal besmetting dat helaas in diverse landen wordt gerapporteerd. Dat kan consumenten en bedrijven opnieuw terughoudend maken in hun bestedingsgedrag en bovendien aanleiding zijn voor nieuwe maatregelen die de bewegingsvrijheid beperken. De tweede factor is het uitgewerkt raken van maatregelen bedoeld om de economie te steunen en aan te jagen. In de VS, bijvoorbeeld, zijn eenmalige forse uitkeringen gedaan aan gezinnen. Dat heeft de vraag in de economie gesteund, al is zeker niet al het geld uitgegeven, maar het is inmiddels al weer twee maanden geleden. Bij ons zijn tijdelijke noodmaatregelen getroffen. Die zijn inmiddels verlengd, maar een verdere verlenging lijkt nodig. Als de maatregelen minder genereus worden, is dat negatief voor de conjunctuur. Ten derde wordt er ondanks alle maatregelen toch conjuncturele schade toegebracht. De werkloosheid is gestegen en er zullen nog veel bedrijven failliet gaan. Ook dat remt het herstel.

Gemengd beeld in de VS

De National Activity Index die door de Chicago Fed wordt samengesteld uit 85 economische reeksen bereikte in juni de hoogste stand ooit. De grafiek hieronder laat echter ook zien dat de economische klap op deze maatstaf evenzeer een record was wat betreft diepte. Het verschil met de crisis in 2008/09 komt mooi in beeld. Toen zakte deze index veel minder diep, maar hielden standen onder nul veel langer aan. De recente stijging van deze index is mooi, maar zegt misschien niet zoveel over de kracht van het herstel. Het is waarschijnlijk meer een reflectie van hoe ver de index was gedaald.

Bron: Refinitiv Datastream

Omdat we het liefst een ‘real time’ beeld van de economie willen hebben, wordt meer en meer gekeken naar nieuwe indicatoren die sneller beschikbaar zijn dan de gebruikelijke. De mobiliteit data van Apple en Google zijn goede voorbeelden. Toch blijft het interpreteren van die data lastig omdat we het verleden van die reeksen niet kennen. The New York Fed, in samenwerking met de Dallas Fed, publiceert een wekelijkse index die een indruk moet geven van de jaar-op-jaar groei van het BBP op dat moment. De reeks is pas dit jaar geconstrueerd, maar daarbij zijn wel historische data berekend. De volgende grafiek van deze WEI geeft een vergelijkbaar beeld als die hier boven van de National Activity Index: een scherpe en diepe daling, scherper en dieper dan in 2008/09, maar sneller weer omhoog dan toen, met nog een lang weg te gaan in dit geval.   

Bron: Refinitiv Datastream

Een grafiek die meer dan 10 jaar beslaat, biedt weinig zicht op het zeer recente verleden. Daarom dezelfde grafiek nog een keer, maar dan beperkt tot de laatste 12 maanden. Dan blijkt duidelijk dat het herstel minder vlot gaat dan de daling en het lijkt er ook op dat de stijgende lijn wat begint af te vlakken. Het is allemaal te vroeg om stevige conclusies te trekken, maar hier moeten we wel op letten. Temeer daar de laatste cijfers over werkloosheidsuitkeringen niet onverdeeld gunstig waren. Het aantal nieuwe uitkeringsaanvragen daalt sinds 28 maart toen ruim 6,6 miljoen mensen zich in een week voor het eerst voor een uitkering meldden. De laatste weken zwakte de daling al behoorlijk af en het laatste cijfer, dat voor 18 juli, laat zelfs weer een stijging zien. In die week vroegen 1,4 miljoen mensen een uitkering aan, de week ervoor was het 1,3 miljoen. Het aantal doorlopende uitkeringen (die cijferreeks loopt een week achter) bleef wel dalen. In de week tot 11 juli daalde het aantal met meer dan een miljoen tot 16,2 miljoen. Kennelijk zit er best nog redelijk wat dynamiek in de Amerikaanse arbeidsmarkt, maar vooral de nieuwe uitkeringsaanvragen moeten we wel in de gaten houden. Helemaal nu het aantal besmettingen op veel plaatsen in de VS schrikbarend toeneemt.

Bron: Refinitiv Datastream

De Amerikaanse huizenmarkt blijft opmerkelijk sterk. Verkoop van nieuwe woningen steeg in juni met ruim 13% ten opzichte van mei toen de verkopen al meer dan 19% waren toegenomen. De dalingen van februari,

Voorlopige PMIs in Europa bemoedigend, in de VS wat minder

Voorlopige cijfers van het producentenvertrouwen volgens de maatstaf van IHS Markit zijn meestal de eerste indicaties die we krijgen van de conjuncturele ontwikkeling iedere maand. De juli cijfers voor de eurozone zijn redelijk bemoedigend. De index voor de industrie steeg van 47,4 naar 51,1, de hoogste stand sinds december 2018. De stijging van de index voor de dienstensector was nog beter: 55,1 na 48,3 in juni. Ook in het VK en bijvoorbeeld in Australië nam het ondernemersvertrouwen in juli volgens deze maatstaf behoorlijk toe.

In Duitsland was deze vertrouwensindex voor de industrie tot en met juni opmerkelijk zwak, maar in juli heeft zich dan toch een forse verbetering voorgedaan: 50,0 tegen 45,2 in juni. Volgens het persbericht doet dat juli-cijfer nog onvoldoende recht aan de sterke ontwikkeling van de orderpositie en productie. Het totale cijfer werd gedrukt door een daling van de werkgelegenheid en van de voorraden. Dat is echter nog niet zo negatief. De werkgelegenheid loopt immers altijd achter op de rest van de conjunctuur en wanneer voorraden afnemen, moeten ze op een gegeven moment weer worden aangevuld. Dat geeft dan een extra impuls.

Ten slotte is vermeldenswaard dat het persbericht gewag maakt van China. De Duitse industrie heeft in de laatste 20 jaar geweldig geprofiteerd van de sterke groei in China. Dat geldt vooral de kapitaalgoederenindustrie. De recessie in China heeft dan ook een fors negatief effect gehad op de Duitse industrie. Vorige week besprak ik hier de recent verbeterde Chinese cijfers. Die lijken door te werken in Duitsland: “Goods producers noted very strong demand from China,…” aldus het persbericht.

De voorlopige IHS Markit cijfers voor het producentenvertrouwen in de VS in juli waren niet negatief, maar toch minder dan die in Europa. Misschien is het omdat de Amerikaanse cijfers de laatste tijd to sterk positief verrast hadden dat het nu toch iets tegenviel. Of misschien komt het door de toename van de besmettingen. De vertrouwensindex voor de industrie steeg van 49,8 in juni tot 51,3 in juli. Die voor de dienstensector ging van 47,9 slechts naar 49,6.

Nederlandse comsumptieve bestedingen en bedrijfsinvesteringen zwak in mei

De Nederlandse consument doet het behoorlijk rustig aan. Daarbij ontwikkelt zich wel een zeer opvallend patroon. De detailhandelsomzetten en de totale bestedingen van huishoudens lopen normaal gesproken redelijk parallel. Maar sinds de lockdown doen de detailhandelsomzetten het veel beter dan de totale bestedingen van huishoudens. Het verschil zit hem in diensten die niet meetellen in de detailhandelsomzetten. Aan diensten gaven huishoudens in mei 22,4% minder uit dan een jaar eerder. Het gaat dan onder andere om bezoek aan restaurant, theater, pretpark, sportschool, voetbalwedstrijd en het gebruik van openbaar vervoer. Aan sommige diensten werd wel meer besteed, zoals telefoon- en internetabonnementen, verzekeringen, woondiensten, private lease en koeriersdiensten vallen hieronder. De groei van de detailhandelsomzetten was in mei juist behoorlijk krachtig.

Bron: Refinitiv Datastream

Een snelle en krachtige verbetering van de consumptie van huishoudens ligt nog niet in het verschiet, afgaande op de ontwikkeling van het consumentenvertrouwen. Dat herstelt wel, maar zeer traag. In april duikelde de vertrouwensindex naar -22. In mei werd het (voorlopig?) dieptepunt bereikt van -31. Vervolgens herstelde het vertrouwen zich in juni tot -27 en in juli naar -26. Dat houdt nog niet over.

Bron: Refinitiv Datastream

Zoals te verwachten staan ook de bedrijfsinvesteringen sterk onder druk. Het volume van de investeringen in materiële vaste activa was in mei 18,8% lager dan een jaar eerder, in april was de jaar-op-jaar mutatie nog -11,6%. De krimp is vooral toe te schrijven aan lagere investeringen in gebouwen, personenauto’s, bestelauto’s, vrachtwagens e.d. en machines. Het meicijfer was het slechtste sinds deze reeks in 2004 is gestart. Wel zij opgemerkt dat mei dit jaar minder werkdagen had dan vorig jaar waardoor het cijfer wellicht is vertekend.

Bron: Refinitiv Datastream

Y = C + I + O + (X-M)

We wisten al dat de wereldhandel sterk is gekrompen dit jaar en dat herstel daar voorlopig niet vandaan gaat komen (X). Nu blijken dus ook, niet onverwacht natuurlijk, de bedrijfsinvesteringen (I) en de particuliere consumptie (C) heel zwak. Het zal duidelijk zijn dat er een zware last op de schouders van de overheid rust om de economie te laten herstellen (O). De regering heeft allerlei ondersteunende noodmaatregelen die in maart zijn genomen verlengd en vaak wat aangepast. Zeer waarschijnlijk zal een verdere verlenging nodig zijn. Gelet op het stijgende aantal infecties en het feit dat experts verwachten dat het virus in het najaar en de winter sowieso weer terrein zal winnen, kun je je afvragen of de noodmaatregelen niet beter voor een wat langere periode moeten worden verlengd. Dat geeft meer zekerheid en minder gedoe. Er hangt wel een prijskaartje aan.

Het CBS rapporteerde deze week dat in week 29 (13-19 juli) 57 bedrijven failliet zijn gegaan. In heel 2020 zijn tot nu toe 2090 bedrijven failliet gegaan, 15 minder dan vorig jaar in de eerste 29 weken. Helaas weten we allemaal dat er een hoop bedrijven zullen omvallen door de huidige crisis. Wat deze faillissement cijfers dan vooral laten zien, is dat de maatregelen om bedrijven op de been te houden behoorlijk effectief zijn. Maar het kan niet anders dan dat het stilte voor de storm is. De crisis houdt sowieso veel langer aan dan we in maart dachten toen die noodmaatregelen werden genomen. Hoe lang kunnen en willen overheden dit soort maatregelen volhouden?

Op micro niveau moeten bedrijven zich afvragen of hun verdienmodel robuust is wanneer de crisis gepasseerd is. Dit is allemaal koffiedik kijken, maar het zou zo maar kunnen dat het gedrag van consumenten langdurig anders zal zijn dan voor de crisis. Het thuiswerken zal niet meer terugzakken naar het niveau van voor de crisis. Wat betekent dat bijvoorbeeld voor dienstverleners rond kantoorcomplexen? Aan de andere kant zullen sommige verdienmodellen opeens veel robuuster zijn geworden.