- De meest relevante factoren die de conjunctuur beïnvloeden suggereren dat het herstel van de mondiale economie zich in een alleszins acceptabel tempo zal voortzetten
- Chinese cijfers bevestigen V-vormig herstel
- Beleidsmakers gaan het ruime beleid zeker niet spoedig omdraaien
- Er heeft zich inmiddels een behoorlijke hoeveelheid bestedingskracht in de economie opgebouwd
- Forse daling gebruik van de NOW-2 regeling suggereert dat het beleid effectief is en dat het minder slecht gaat
- Inflatie eurozone negatief; kerninflatie op laagste punt sinds introductie euro
Dat de wereldeconomie abrupt en alle landen min of meer gelijktijdig in een diepe recessie zijn getuimeld, valt niet te ontkennen. Maar dat is nieuws van eergisteren. Vandaag gaat het om morgen. Waar gaan we nu precies heen? Optimisme is geleidelijk steeds meer op z’n plaats.
In mijn wekelijkse commentaar probeer ik de mondiale conjunctuur zo goed mogelijk te volgen, te analyseren en te voorspellen. Mijn aanpak is dat ik begin met het identificeren van de belangrijkste krachten die het verloop van de conjunctuur zullen bepalen. Mijn inschatting van hoe die krachten zich doen gelden, leidt tot mijn visie. Vervolgens spit ik in alle cijfers die in de belangrijkste landen worden gepubliceerd om te zien of de feitelijke ontwikkeling van de conjunctuur overeenstemt met het door mij voorziene pad.
Optimisme de logische consequentie
Wat zijn nu de belangrijkste krachten?
- Het aantal corona besmettingen is in veel landen sinds de versoepeling van de beperkingen op het openbare leven toegenomen. Autoriteiten spreken daar hun zorgen over uit en op lokaal niveau zijn hier en daar nieuwe beperkingen opgelegd. Tegelijkertijd is het aantal ziekenhuisopnames, IC-opnames en overlijdensgevallen niet of nauwelijks toegenomen. Ik ga ervan uit dat er geen nieuwe, strikte en landelijk-brede nieuwe lockdowns komen. Als die veronderstelling juist is, wordt het herstel dus niet tegengewerkt door nieuwe restricties.
- De recessie is veroorzaakt door een externe schok, niet door mogelijk bestaande onevenwichtigheden in de economie. Dat verhoogt de herstelkansen. Een langdurig, pijnlijk en groei beperkend proces om die onevenwichtigheden te corrigeren is immers niet nodig, al veroorzaakt de recessie uiteraard wel een hoop economische schade.
- De beleidsmakers hebben krachtdadig gereageerd en zijn duidelijk niet van zins hun koers van richting te veranderen door te gaan bezuinigen of het monetaire beleid te verkrappen. Die beleidsmakers konden natuurlijk niet weten hoe omvangrijk de beleidsreactie moest zijn. Ze lijken er, terecht, voor gekozen te hebben zeker niet te weinig te doen. Ook deze houding verhoogt de herstelkansen.
- China is al jaren de belangrijkste aanjager van de mondiale groei gegeven de omvang van die econome en haar groeitempo. De corona crisis sloeg het eerst in dat land toe en China loopt dus wat voor op ons. De Chinese autoriteiten kunnen zich een aanhoudende recessie niet veroorloven omdat die zou leiden tot sociale en politieke spanning. Ze zullen daarom hun best doen de economie te laten herstellen.
- Doordat consumenten en bedrijven voorzichtig zijn geweest in hun bestedingen is er ‘inhaalvraag’ opgebouwd in de economie. En doordat het beleid erop is gericht banen, inkomens en bedrijven te beschermen ten koste van de overheidsfinanciën, zal die inhaalvraag ook wel naar de markt komen wanneer het vertrouwen herstelt.
Mijn conclusie is dat de mondiale economie een heel redelijk herstel zou moeten kunnen realiseren. Het belangrijkste risico is een opleving van de gezondheidscrisis, of angst daarvoor, uitmondend in verder terughoudend gedrag bij consumenten en/of bedrijven.
Laten we dan nu eens kijken of de cijfers overeenkomen met die visie?
V-vormig herstel in China zet door
De Chinese economie lijkt toch echt een V-vormig herstel door te maken. Eerder bleek al dat de industriële productie in China weer groeit in hetzelfde tempo als voor de corona crisis. Deze week werden cijfers over het producentenvertrouwen gepubliceerd. Die waren per saldo goed. In de industrie steeg de Caixin-index naar het hoogste niveau in enige tijd, 53,1 in augustus tegen 52,8 in juli. De NBS-index daalde een fractie: 51,0 tegen 51,1.
De indices voor de dienstensector lieten een omgekeerd beeld zien. Daar daalde de Caixin-index juist een fractie: 54,0 in augustus tegen 54,1 in juli terwijl de NBS-index hier juist steeg van 54,2 naar 55,2. Dat zijn alleszins acceptabele niveaus. De rest van de wereld zou daarvan moeten kunnen profiteren. En inderdaad stegen de ‘inkoopmanagersindices’ in een groot aantal landen in augustus. In de meeste gevallen tot boven 50, soms zelfs ruim.
Dat de beleidsmakers krachtdadig zijn opgetreden is natuurlijk al enige tijd duidelijk. De Amerikaanse overheidsfinanciën zijn makkelijk op de voet te volgen. Het federale begrotingstekort over 12 maanden tot en met juli bedroeg bijna USD 3.000 mrd van zo’n USD 1.000 mrd aan het begin van het jaar. Daarmee is dit tekort in een paar maanden met ca 10% BBP opgelopen tot ca 15%. Ook elders exploderen overheidstekorten.
In combinatie met acties van centrale banken, leidt een en ander tot een forse acceleratie van de geldgroei. Zo lag de omvang van M1 in de VS in juli iets meer dan 38% boven het niveau van een jaar eerder. In de eurozone versnelde de groei van M1 tot 12,7%. Dat is natuurlijk een stuk minder dan 38%, maar toch ook stevig. Dit soort cijfers impliceert dat er een hoop potentiële bestedingskracht in de economie is. Het wachten is op een herstel van vertrouwen.
Gebruik NOW-regeling neemt sterk af – een teken van succes en verbetering
De combinatie van overheidsmaatregelen en de feitelijke conjunctuurontwikkeling suggereert dat ook dat beleid behoorlijk effectief is. Zo zijn faillissementen in ons land (nog) niet toegenomen. Dat zal de komende tijd wellicht veranderen, helaas. Toch hebben veel minder bedrijven gebruik gemaakt van de NOW-2 regeling dan van de NOW-1 regeling: ca 65.000 bedrijven, tegen ca 122.000 bedrijven bij NOW-1. Dat blijven veel bedrijven en het gaat nog altijd om zeer veel werkgelegenheid, maar toch… Kennelijk gaat het met een hoop bedrijven inmiddels minder slecht. Veel ondernemers zullen ook zijn gedwongen creatief te zijn, buiten de box te denken en andere verdienmodellen te ontwikkelen. Dat zou de economische veerkracht zomaar kunnen versterken.
Amerikaanse cijfers bevestigen voortgaand herstel
De Amerikaanse economische cijfers van deze week bevestigen het voortgaande herstel. De toonaangevende ISM-index voor de industrie, die het ondernemersvertrouwen meet, steeg in augustus naar 56,0 nadat in juli 54,2 was opgetekend. In april bereikte deze index de laagste stand met 41,5. Het cijfer voor augustus was het hoogste sinds november 2018. Toen de juli-cijfers werden gepubliceerd, raakte ik nogal enthousiast over de onderliggende index van de beoordeling van de nieuwe orders. De augustus-cijfers bleken nog sterker. De sub-index voor de orderposities steeg van 61,5 in juli tot 67,6. Het vertrouwen van ondernemers in de dienstensector verzwakte iets in augustus, maar bleef op een hoog niveau: 56,9 na 58,1 in juli.
Ook de cijfers over de Amerikaanse arbeidsmarkt bevestigen voortgaand herstel, al is er nog een lange weg te gaan. Voor het eerst in maanden daalde het aantal nieuwe aanvragen voor werkloosheidsuitkeringen onder het miljoen per week. In de week tot 29 augustus werden 881.000 nieuwe uitkeringen aangevraagd. Het totaal aantal uitkeringen blijft ook dalen. In de week tot 22 augustus daalde dat aantal tot 13,3 miljoen. Een week eerder stond er nog 14,5 miljoen en de piek lag rond de 25 miljoen.
De maandelijkse cijfers over de werkgelegenheid ware ook positief. Er kwamen in augustus 1,4 miljoen banen bij. Dat is minder dan in de voorgaande maand toen er nog 1,7 miljoen nieuwe banen werden genoteerd. Ook werd het juli cijfer geholpen doordat de overheid veel mensen tijdelijk in dienst nam ten behoeve van de volkstelling 2020. De werkloosheidsgraad daalde van 10,2% in juli tot 8,4%. Deze maandelijkse cijfers kunnen verwarrend overkomen doordat er feitelijk twee rapporten worden uitgebracht op basis van verschillende enquetes. De verandering van het aantal banen wordt standaard uit de ‘Establishment Survey’ genomen. Dat leverde dus een toename van 1,4 miljoen banen op. Volgens de ‘Household Survey’ was de toename van het aantal mensen in loondienst zelfs 3,8 miljoen in augustus en groeide de beroepsbevolking voor het eerst sinds maanden weer. Dat is een goed teken, want kennelijk hebben meer mensen nu hoop een baan te vinden.
Divergentie consumenten- en producentenvertrouwen
Tot hier klinkt het allemaal behoorlijk positief. Een gelopen koers is het echter geenszins. Sinds medio juli loopt in een aantal Europese landen, en ook op andere plaatsen, het aantal besmettingen weer op. Vorige week wees ik er al op dat de aantallen sterfgevallen, ziekenhuisopnames en IC-opnames nauwelijks toenemen.
In veel landen is het consumentenvertrouwen in augustus weer wat gedaald nadat het vanaf mei juist iets was verbeterd. Nu zijn er diverse maatstaven voor het Nederlandse consumentenvertrouwen. De index van de Europese Commissie laat een lichte daling zien in augustus, die van het CBS bleef min of meer onveranderd. Hoe dit ook zij, de consument werd in augustus zeker niet meer optimistisch in tegenstelling tot ondernemers. Het is een divergentie die nooit heel lang kan duren.
Het lijkt erop dat het vertrouwen van consumenten direct wordt beïnvloed door de corona besmettingen en/of de berichtgeving erom heen. Wat dit suggereert, is hoezeer herstel van de economie ervan afhankelijk is dat we het virus de baas worden/blijven. Of we daartoe afstand moeten houden, niet met onze schoonmoeders moeten knuffelen, mondkapjes moeten dragen of juist vol moeten inzetten op goede ventilatie laat ik graag aan anderen over. Verslappen kunnen we zeker niet. Tegelijkertijd lijken de RIVM-cijfers ook bepaald geen reden voor paniek. Premier Rutte zei deze week in de persconferentie dat de situatie ‘niet alarmerend’ is. En zo is het maar net. Mensen angstig maken, al dan niet terecht, heeft zijn weerslag op de economie via het consumentenvertrouwen.
Inflatie – deflatie 0-1
Er woedt een debat over de vraag of we door deze crisis en de beleidsreactie afstevenen op inflatie of deflatie of zelfs stagflatie. De eerste klap in die strijd is voor de aanhangers van de deflatie-visie. Het algemeen prijspeil in de eurozone daalde volgens voorlopige cijfers in augustus met 0,4% ten opzichte van juli en met 0,2% ten opzichte van augustus vorig jaar. De kerninflatie bereikte een diepterecord van 0,4% j-o-j, dat is nog wel in de plus, maar het is een forse daling van de 1,2% in juli. Vooral de BTW-verlaging in Duitsland drukt het inflatiecijfer, maar het is duidelijk dat disinflatoire krachten momenteel veel sterker zijn dan de inflatoire krachten. Ik denk dat dat voorlopig zo zal blijven.