- Vertrouwen Chinese ondernemers in de industrie verzwakt verder…
- …net zoals he consumentenvertrouwen in de VS
- Toch blijven Amerikaanse ondernemers investeren
- De hoge inflatie is “frustrerend” volgens Fed-baas Powell
Deze week leverde wat betreft het macro-economische nieuws voor ieder wat wils. Het was een tamelijk ongebruikelijke mengeling van duidelijk positieve en duidelijk minder positieve signalen. Omdat ik graag op een positieve manier wil afsluiten, begin ik met het minder positieve. Gelieve dan wel vol te houden tot het einde.
Minder positief
Het Chinese ondernemersvertrouwen in de industrie is in september opnieuw gedaald volgens de reeksen van de NBS: 49,6 versus 50,1 in augustus. Het was de zesde opeenvolgende maandelijkse daling. De grafiek laat zien dat het vertrouwen volgens deze index duidelijk onder het gemiddelde van de afgelopen jaren is beland als je de duikeling vorig jaar al gevolg van de pandemie buiten beschouwing laat. Het vertrouwen van ondernemers in de dienstensector herstelde weliswaar van 47,5 in augustus tot 53,2 in september, maar dat kwam vooral doordat de restricties die eerder waren doorgevoerd in reactie op corona-besmettingen werden teruggedraaid. Ook het vertrouwen in de dienstensector ligt duidelijk onder het niveau van 2016-2019.
Het vertrouwen van Amerikaanse consumenten daalde eveneens in september. Volgens de index van de Conference Board daalde het vertrouwen voor de derde maand op rij: van 115,2 in augustus tot 109,3 in september. In het persbericht schrijft de Conference Board dat het absolute niveau van het vertrouwen van consumenten nog altijd hoog is in historisch perspectief, maar ook dat een daling zoals die zich de laatste drie maanden heeft voorgedaan behoorlijk ongebruikelijk is. Afgezien van vorig jaar moeten we tot 2008 terug om een drie-maands daling te vinden die sterker was dan die nu. Het persbericht meldt verder dat de Delta-variant van het coronavirus verantwoordelijk is voor de verzwakking van het vertrouwen de laatste maanden.
Dat geldt ook voor de arbeidsmarkt in de VS. Die is zeker in herstel, maar het herstel lijkt af te vlakken. In de week van 24 september werden 362.000 nieuwe werkloosheidsuitkeringen geregistreerd tegen 351.000 in de voorafgaande week. Voor de pandemie lag het aantal iets boven 200.000.
Deze week daalde het ondernemersvertrouwen in diverse andere landen eveneens weer iets, zij het van een hoog niveau. In ons eigen land daalde de inkoopmanagers-index van de NEVI voor de vierde maand op rij van 65,8 in augustus tot 62,0 in september. Hoewel het niveau daarmee nog altijd historisch hoog is, is de maandelijkse daling tamelijk fors.
Ook in Korea, bijvoorbeeld, verzwakte het ondernemersvertrouwen in de industrie. Dat was voor de derde maand op rij. En in de VS daalde de zogeheten Chicago PMI van 66,8 in augustus tot 64,7 in september. Ook dat laatste is trouwens nog altijd een hoog niveau.
Positief
Wat mij betreft was het belangrijkste positieve macronieuws van deze week dat Amerikaanse ondernemers door blijven gaan met investeren. In de rapportage over de orders voor duurzame goederen komt een reeks voor die meet voor hoeveel geld er aan kapitaalgoederen door producenten is verzonden (exclusief defensie en vliegtuigen). Die maandelijkse reeks is een heel goede weerspiegeling van de investeringsactiviteiten van bedrijven. In augustus steeg dit bedrag met 0,7% ten opzichte van juli. Hoewel de jaar-op-jaar stijging afneemt (11,7% tegen 13,2% in juli en een piek van 22,1% in april) moeten we ons bewust zijn van basiseffecten. De volgende grafiek laat de ontwikkeling in (lopende) dollars zien. Het schetst een bijzonder positief beeld.
Een andere positieve ontwikkeling is dat de geldgroei in de eurozone in augustus iets is versneld. De groei van M1 versnelde van 10,9% j-o-j in julie tot 11,1% in augustus en M3 van 7,6% in juli tot 7,9% in augustus. Het valt niet mee een dergelijke ontwikkeling te duiden. Veel economen zien M1 als een goede indicatie voor de bestedingen op korte termijn, al dient dan nog wel rekening te worden gehouden met inflatie. Het lijkt er overigens op dat vooral een wat meer comfortabele financiële positie van bedrijven achter de versnelling van de geldgroei in augustus zit. De groei van de kredietverlening daalde juist iets.
Een paar andere positieve cijfers betroffen het consumentenvertrouwen in de eurozone. Zowel in Duitsland als in Frankrijk verbeterde dat iets in september. Ook de “Economic Sentiment Index” die de Europese Commissie samenstelt voor de eurozone steeg iets in september, al was de stijging minimaal: 117,8 tegen 117,6 in augustus.
Discussie over inflatie duurt voort
Ondertussen wordt het duidelijk dat de hogere inflatie minder tijdelijk is dan veel centrale bankiers enige tijd geleden verkondigden. Fed-baas Powell noemde de hoge inflatie eerder deze week “frustrerend”. Hij gaf daarbij aan dat de tijdelijke factoren die de inflatie hoog houden wellicht zullen voortduren tot volgend jaar zomer.
In de eurozone is de inflatie inmiddels opgelopen tot 3,4% j-o-j in september. Exclusief voedsel, energie, alcohol en tabak, de zogeheten kerninflatie, trok aan tot 1,9% van 1,6% in augustus. Daarbij dient te worden aangetekend dat energie een belangrijke rol speelt. Energie heeft een gewicht van bijna 10% in het inflatiemandje en de prijzen waren in september meer dan 17% hoger dan een jaar eerder. Ook vertekent de Duitse BTW-verlaging van vorig jaar het beeld. In de tweede helft van 2020 werd de BTW bij onze Oosterburen tijdelijk 3%-punten verlaagd. Met ingang van dit jaar is die verlaging ongedaan gemaakt. Maar het betekent wel dat de inflatiecijfers nu wat hoger uitvallen doordat in de jaar-op-jaar cijfers wordt vergeleken met een periode waarin de BTW dus lager was.
Wie wat meer in detail kijkt, ziet overigens dat de inflatie voor diensten (42% van het mandje) na een duikeling vorig jaar weer is hersteld tot het tempo van voor de pandemie. Ook opvallend is de inflatie voor industriële goederen exclusief energie (27% van het mandje). Voor de pandemie lag die tussen 0% en 0,5%. Inmiddels is die inflatie opgelopen tot boven 2%. Dit zal wel het resultaat zijn van de logistieke verstoringen in de wereld. Hoe lang dit aanhoudt, ‘is anybody’s guess’.
Afsluitend
Deze week werden prangende vragen over de mondiale conjunctuur en de inflatie niet beantwoord. De Chinese industrie en de Amerikaanse consument zijn beide belangrijk voor de mondiale conjunctuur. Vertrouwensindicatoren voor beide dalen al enkele maanden. Als dat in de VS vooral door de Deltavariant komt, dan zal het vertrouwen wel herstellen als de Deltavariant onder controle wordt gebracht. Er vielen deze week ook enkele belangrijke positieve signalen op te tekenen. Zo komen we niet veel verder dan op te merken dat ‘the jury still out is’ wat betreft de richting van de conjunctuur in de komende maanden en kwartalen.
De hoge inflatie is “frustrerend” volgens Powell. We zullen de komende maanden horen hoe dat invloed heeft op de beslissingen van diverse centrale banken. Het lijkt me dat de argumenten om toch vooral heel voorzichtig te zijn met het verminderen van de obligatie-aankopen steeds zwakker worden … als ze dat al niet waren…