Harris of Trump? Een vreselijke keus

Dat is de titel van mijn column deze week op de sites van investment officer (Hier) en BNR.

Hier is de tekst.

Wij klagen wel eens dat ons politieke landschap te veel versnipperd is, maar het huidige Amerikaanse alternatief is evenmin aantrekkelijk. Daar zijn slechts twee smaken en op beide is nogal wat aan te merken.

Iedereen heeft zijn eigen ideologische overtuiging, dus laat ik helder maken waar ik vandaan kom. Ik hecht sterk aan de vrijheid van het individu en geloof in de per saldo heilzame werking van marktkrachten. Natuurlijk onderken ik dat er voldoende concurrentie moet zijn om markten maatschappelijk optimaal te laten functioneren en dat sommige marktuitkomsten niet acceptabel zijn, waardoor ingrijpen gerechtvaardigd is. Maar de neiging om veelvuldig in markten in te grijpen moet zo veel mogelijk onderdrukt worden

Terug naar Harris en Trump. Wat een vreselijke keus. Trump is een zichzelf verheerlijkende narcist met een opvallend beperkt zelfkritisch vermogen die veel liegt. Voor zijn politieke tegenstanders is dat laatste maar goed ook, want dat kunnen ze tegen hem gebruiken. Veel lastiger voor zijn politieke tegenstanders is dat de man hinderlijk vaak de waarheid spreekt, en vooral vaak de zere vinger legt op onderwerpen waarover zij juist weinig transparant zijn.

En dan Kamala Harris. In Nederland is het politiek-correct om ‘voor Harris’ te zijn, maar ik oordeel liever zelf. Zo verbaas ik me ten eerste over de ondemocratische manier waarop zij presidentskandidaat van de Democraten is geworden. Maar ach, dat moeten ze zelf weten. Belangrijker, vorige week heeft ze haar economische plannen gepresenteerd en daar zou ik als Amerikaan niet vrolijk van worden. Het staat bol van ingrepen in de markten. Natuurlijk allemaal met de beste bedoelingen, maar voorspelbaar met ongewenste neveneffecten.

Inflatie, inflatie, inflatie

Het is de laatste jaren duidelijk geworden dat inflatie, zelfs als die niet compleet uit de hand loopt zoals destijds in Weimar-Duitsland of recenter in diverse Latijns-Amerikaanse landen, zeer schadelijk is en dat mensen er een enorme hekel aan hebben. Daarom zet Harris zwaar in op de strijd tegen inflatie. Ik vraag mij dan direct vier zaken af. Ten eerste, het realiseren van prijsstabiliteit is toch de taak van de centrale bank? Ten tweede, is het geen mosterd na de maaltijd? De inflatie is immers fors gedaald. Ten derde, waarom heeft ze als vicepresident niet gestreden voor die maatregelen toen de nood het hoogst was? En, ten vierde, is ze niet medeverantwoordelijk voor het zeer expansieve begrotingsbeleid onder Biden dat zeker heeft bijgedragen aan de inflatie?

De economische agenda van Harris heeft vier kernelementen: woonlasten verlagen, een federaal verbod op woekerprijzen, verlaging van medische kosten en herverdeling via belastingen. De rode draad daarbij is ingrijpen in markten. Met de beste intenties, daar niet van. Helaas wordt het beoogde doorgaans juist niet bereikt.

Harris wil grote beleggers van de huizenmarkt weren. Die zouden de prijzen opdrijven. Dat grote beleggers in de VS meer bouwen dan bestaande woningen kopen wordt daarbij vergeten. Aan starters wil ze 25.000 dollar geven. Dat klinkt vriendelijk, maar bij een gegeven aanbod van woningen gaat dat alleen de prijzen verder opdrijven.

Het nut van woekerprijzen

Woekerprijzen hebben een slechte reputatie en Harris wil ze federaal verbieden. Maar ze hebben een belangrijke functie. Bij acute ernstige tekorten geven woekerprijzen een nuttige prikkel aan (potentiële) aanbieders om het aanbod op te schroeven terwijl kopers die het niet hoognodig hebben worden afgeschrikt zodat het evenwicht zo snel mogelijk herstelt. Feitelijk is de keus in zulke situaties tussen voorbijgaande hoge prijzen of gedurende een veel langere periode in de rij staan. Ik zou voor het eerste kiezen.

Medische kosten in de VS zijn absurd hoog zonder dat superieure zorg wordt geleverd. Wat Harris voorstelt, vooral prijsplafonds, is symptoombestrijding met negatieve gevolgen voor de zorgkwaliteit als waarschijnlijke uitkomst.

Wat betreft belastingen staan Harris en Trump ver uiteen. Harris wil de vennootschapsbelasting verhogen, Trump wil die juist verlagen. Harris wil ook de vermogenswinstbelasting fors opvoeren en zelfs belasting gaan innen over ongerealiseerde vermogenswinsten. Het lijkt mij dat de prikkel om iets te ondernemen dan wordt verminderd, wat de groeidynamiek zal beperken.

Wie zijn stem wil uitbrengen op de kandidaat die gezonde overheidsfinanciën nastreeft, komt niet aan zijn trekken. Harris noch Trump heeft een geloofwaardig plan om het aanzienlijke overheidstekort te verminderen. Zorgelijk, want het tekort is ca. 7% BBP en daarmee onhoudbaar.

De euforie rond Harris is aanzienlijk. Wat ik mij afvraag is of haar beleidsintenties niet te links zijn voor het overwegend conservatieve Amerikaanse electoraat. Haar sterkste troef is dat ze Trump niet is. Maar dat zijn er wel meer, al staan die in november niet op het verkiezingsbiljet.