Van brexit naar Brexit

Ik hecht aan correct taalgebruik. Helaas betekent dat geenszins dat ik geen fouten maak, maar ik doe mijn best. Toen ik verantwoordelijk was voor het Economisch Bureau van ABN AMRO droeg ik in mijn optiek ook de verantwoordelijkheid voor het taalgebruik van mijn collega’s. Sommige mensen schrijven beter dan anderen en op de afdeling waren een paar collega’s die hielpen toezien op ons Nederlands.

Toen de Britten besloten de EU te verlaten, werd ‘brexit’ een woord dat regelmatig zou terugkeren in geschreven teksten. Er ontstond onder onze ‘taalkundigen’ een discussie of B/brexit met een hoofdletter geschreven diende te worden of niet. We kwamen er niet uit en Het Groene Boekje bood natuurlijk ook (nog) geen uitkomst.

We besloten de Taalunie te raadplegen. Die zeiden dat het ‘brexit’ was, met een kleine letter. Persoonlijk dacht ik dat een hoofdletter meer passend was omdat de B refereert aan Britain. Dus ik spartelde wat tegen. Het antwoord daarop van de Taalunie was dat mijn redenering niet juist was omdat brexit geen land of geografische eenheid vertegenwoordigde. Het moest volgens de Taalunie met een kleine letter omdat alleen historische gebeurtenissen een hoofdletter verdienen.

Nu spartelde ik helemaal tegen en hield de Taalunie voor dat het vertrek van een lidstaat uit de EU toch echt een historische gebeurtenis was. Hun antwoord was dat het vertrek nog niet gerealiseerd was. Ik vond het een prachtige redenering en vanaf dat moment schreven we brexit met een kleine letter.

Maar nu is alles veranderd. Brexit is een feit en daarmee een historische gebeurtenis. Ik denk dus dat we Brexit nu met een hoofdletter moeten schrijven. Ik zie dat het FD nog een kleine letter gebruikt, maar dat is dus onjuist volgens mij. Voor de zekerheid zal ik nog een mailtje sturen naar de Taalunie, maar ik ga ervan uit dat we Brexit nu met een hoofdletter horen te schrijven. Als de Taalunie het anders ziet, laat ik dat weten.