Ons ondernemingsklimaat: een treinongeluk in slow-motion

Dit is de titel van mijn nieuwste column op investmentofficer.nl en bnr.nl.

Hier is de volledige tekst:

Na drie kwartalen krimp is de Nederlandse economie in het laatste kwartaal van 2023 weer gegroeid en de economische groei zal dit jaar hoger zijn dan vorig jaar, al is daar niet veel voor nodig.

Toch lijd ik aan een gebrek aan optimisme wat betreft de wat langere termijn. Afgelopen week publiceerden VNO-NCW en MKB-Nederland de resultaten van hun Nationale Peiling Ondernemingsklimaat 2024 en daar werd ik niet vrolijk van. Als ondernemers de kans krijgen een beetje te klagen zullen ze dat waarschijnlijk niet laten, dus dat deze enquête onvrede aan het licht brengt is niet verrassend. Verontrustend is dat de resultaten spectaculair veel slechter zijn dan een jaar eerder. 76% van de ondervraagden zegt dat het ondernemingsklimaat de laatste vijf jaar is verslechterd. Vorig jaar was dat nog 62%. Liefst 82% is ontevreden over de betrouwbaarheid en stabiliteit van politiek en bestuur. Vorig jaar was dat 66%. 26% van de bedrijven zegt de komende twaalf maanden niet meer in Nederland te zullen investeren, tegen 18% vorig jaar.

Waar is in hemelsnaam de urgentie?

Nog verontrustender is dat de ‘sense of urgency’ volledig ontbreekt. De politiek is met zichzelf, met duurzaamheid of klimaat bezig en ook om mij heen hoor ik nauwelijks iets over ons afbrokkelende verdienvermogen. Sterker nog, terwijl bedrijven, industrie en marktwerking in mijn optiek cruciaal zijn voor onze welvaart hoor ik mensen om mij heen er alleen maar over klagen. Hebben bedrijven dat misschien aan zichzelf te wijten of is hier sprake van een hardnekkig kwaadaardig narratief? U mag het zeggen, ik denk het laatste. Meer aandacht voor het ondernemingsklimaat is essentieel voor onze toekomst.

Mijn lijfblad, het Financieele Dagblad, maakte het wel heel erg bont. Als er één krant is waarvan je verwacht dat die groots uitpakt na zo’n dramatisch rapport is het het FD wel. Terwijl de Telegraaf er donderdagochtend mee opende verscheen er pas in de loop van donderdag online bij het FD een artikel over. Toegegeven, op vrijdag opende het FD met een zelfde noodkreet van DSM als ASML al eerder had laten horen en in dat artikel kwam de enquête van VNO-NCW en MKB-Nederland te sprake.

Natuurlijk, we hebben nog altijd enkele bedrijven die wereldwijd hun partijtje duchtig meeblazen in de snelst groeiende sector, technologie. ASML vanzelfsprekend voorop, gevolgd door ASM, NXP en BESI. En vergeet Adyen niet. Het is in sommige gevallen al jaren geleden, maar onze vooraanstaande technologiebedrijven vinden voor een belangrijk deel hun oorsprong in Philips. Het oude Philips was een ongelooflijk innovatief bedrijf. Het Natlab van Philips was vermaard. Helaas, het bestaat niet meer. Ik was jaren geleden in de buurt en toen bleek er een bioscoop in het gebouw te zitten. Toegegeven, we hebben nu de High Tech Campus Eindhoven. En dat is maar goed ook.

R&D bij bedrijven nuttiger dan aan de universiteit

Afgelopen week stond er in The Economist een interessant artikel over R&D en innovatie. Het artikel beschreef de resultaten van onderzoek waaruit blijkt dat productiviteitsverhogende innovatie meer gediend is bij R&D door bedrijven dan door universiteiten. De commercie dwingt wetenschappers bij bedrijven om enigszins praktisch gericht te blijven terwijl het academici vooral gaat om het publiceren in gerenommeerde vakbladen en het halen van citaten.

Ons land heeft veel te bieden: compactheid, een goede infrastructuur, knappe koppen, etc. Maar dat geeft ons geen garanties. Van oudsher kenmerkt Nederland zich ook door ondernemingszin. Als bedrijven zich zo massaal zorgen maken over het ondernemingsklimaat als nu is er echt wel wat aan de hand en moeten beleidsmakers die boodschap ter harte nemen. Als ze dat niet doen zijn we niet direct in een crisis. Een voortdurende verzwakking van de economische basis is een langzaam proces. Zoals ze in het Engels mooi zeggen, het is een ‘train wreck in slow motion’. Als de trein eenmaal ontspoort is er geen redden meer aan. O Nederland, let op uw saeck.