Inflatiedaling VS stagneert

  • Amerikaanse inflatie hoger dan verwacht
  • Twijfel over kracht Amerikaanse arbeidsmarkt
  • Onderliggend inflatiebeeld Nederland nog ‘onrustig’
  • CBS stelt cijfers productie industrie fors naar boven bij

Het belangrijkste economische nieuws deze week was de tegenvallende inflatie in de VS. In februari stegen de consumentenprijzen met 0,4% ten opzichte van januari. Ook exclusief voedsel en energie stegen de prijzen met 0,4%. Er zijn veel Amerikaanse (en niet-Amerikaanse) economen die deze cijfers op allerlei manieren in detail analyseren. Ik ben geen enkel commentaar tegengekomen dat erg optimistisch was. De boodschap is helder, de daling van de inflatie stokt. De eerste grafiek laat zien dat de kerninflatie al vanaf medio vorig jaar feitelijk weer wat oploopt. Ook is mooi te zien dat de maand-op-maand stijging van de kerninflatie al maanden hoger ligt dan voor de pandemie. De stijging van de producentenprijzen viel in februari eveneens aanzienlijk hoger uit dan verwacht.

De grote boosdoener op het niveau van de consumentenprijzen is de loonstijging. Die is gewoon te hoog om de inflatie naar 2% te krijgen en daar dan te houden. Je kunt ook zeggen dat bedrijven kennelijk voldoende ‘pricing power’ hebben om de kostenstijgingen door te berekenen. De inflatiecijfers geven aanleiding te veronderstellen dat de Fed de rente niet op kort termijn kan en zal verlagen. Ook werpen de cijfers de vraag op of de alom geprezen zachte landing, waarbij de inflatie daalt zonder een forse stijging van de werkloosheid, een realistisch scenario is. We zullen zien.

Bron: Macrobond

Twijfel over kracht Amerikaanse arbeidsmarkt

De Amerikaanse economie is vorig jaar harder gegroeid dan was verwacht en dit jaar lijkt het eveneens voorspoedig te gaan. Vorige week bleek te banengroei in februari de verwachtingen weer te hebben overtroffen. Toch valt daar wel wat kanttekeningen bij te maken. Ten eerste zijn de aanvankelijk gerapporteerde cijfers over de banengroei vorig jaar in bijna alle maanden later neerwaarts herzien. Misschien moeten we derhalve niet al te veel belang hechten aan de aanvankelijk gepubliceerde gegevens. Bovendien flatteren de cijfers over de banengroei omdat het vooral parttime banen zijn. Sterker nog, de volgende grafiek laat zien dat er over de laatste twaalf maanden weliswaar bijna drie miljoen banen bij zijn gekomen, maar het aantal fulltime banen is gedaald. Het verschil tussen de totale banengroei en die van fulltime banen is het laatste jaar wel opmerkelijk groot. Bovendien is de banengroei voornamelijk gerealiseerd bij de overheid, vooral in het onderwijs en de zorg, en in de sector ’leisure’. Prima hoor, maar geen teken van grote economische kracht.

Bron: Macrobond

De volgende grafiek suggereert dat van het MKB de komende tijd niet al te veel moet worden verwacht wat betreft banencreatie. De National Federation of Independent Business (NFIB), een belangenorganisatie voor MKB-bedrijven, enquêteert de eigen leden maandelijks. De vertrouwensindex van deze bedrijven daalde in februari terwijl op een stijging was gerekend. De index bereikte het laagste niveau sinds mei vorig jaar. De sub-index die de plannen weergeeft om nieuw personeel in dienst te nemen viel duidelijk terug en kwam, afgezien van tijdens de pandemie, op het laagste niveau uit sinds 2017.

Bron: Macrobond

Onrustig inflatiebeeld in eigen land

We wisten al dat de Nederlandse inflatie in februari is gedaald tot 2,6%. In januari was het nog 2,8%. De volgende plaatjes laten zien dat het onderliggende beeld nog altijd heel onrustig is. Industriële goederen, exclusief energie, worden momenteel goedkoper. Uniek is dat niet, maar de beweging van de laatste tijd lijkt vooral het omgekeerde van wat er gebeurde toen de logistieke verstoringen in de wereld de prijzen omhoog duwden. Het is heel goed mogelijk dat de prijzen van deze goederen nog een stuk verder dalen, maar de inflatiedrukkende werking die daarvan uitgaat is tijdelijk.

Heel anders is het beeld bij de prijzen voor diensten. Die blijven stijgen in een tempo dat duidelijk hoger ligt dan voor de pandemie.

Bron: Macrobond

Energieprijzen hebben de inflatie in de loop van vorig jaar stevig gedrukt. Die periode lijkt nu ten einde. Wanneer energieprijzen heftig bewegen, hebben ze forse invloed op voedselprijzen, zij het met een aanzienlijke vertraging. Inmiddels is de stijging van de voedselprijzen dan ook veel lager dan een poosje geleden. In februari lagen ze nog maar 0,3% hoger dan een jaar eerder. Het zit er dik in dat er in maart een negatief cijfer wordt geboekt voor de jaar-op-jaar prijsverandering van voeding. Maar ook dat zal uiteindelijk tijdelijk blijken te zijn als de energieprijzen niet opnieuw dalen. Kortom, de komende tijd zal de inflatie wel geleidelijk verder dalen, gedreven door de prijzen voor industriële goederen en voeding. Uiteindelijk kan de inflatie echter alleen laag blijven als ook de prijsstijging van diensten vermindert. Dat is zeker niet onmogelijk, maar het is nu echt nog te vroeg om de overwinning op de inflatie te vieren.

Bron: Macrobond

CBS herziet cijfers industriële productie

De productie in de Nederlandse industrie lag in januari ruim 5% lager dan een jaar eerder. Dat is een forse min, maar vorig jaar rapporteerde het CBS in sommige maanden een productiedaling van wel 10-12%. Inmiddels heeft het CBS de cijfers echter herzien. Eens in de zoveel tijd wordt het zogeheten ‘basisjaar’ voor de statistiek verlegd. Dat is nu gebeurd. Doordat de industriële structuur van ons land in de loop der jaren sterk is veranderd heeft dat grote invloed op de cijfers. De sectoren met de sterkste productiegroei hebben een groter gewicht gekregen bij de berekening van de cijfers. Zodoende zijn de zeer negatieve cijfers die vorig jaar werden gepubliceerd uit de boeken verdwenen. In plaats van cijfers rond de -10% staan er nu dalingen van rond de 5%. Goed is het niet, wel minder slecht.

Afsluitend

De daling van de Amerikaanse inflatie stokt. Zowel de cijfers voor de consumentenprijzen als die voor de producentenprijzen vielen tegen in februari. Het verkleint de kans op renteverlagingen door de Fed. Tegelijkertijd rijzen er vraagtekens over de kracht van de Amerikaanse arbeidsmarkt. Op het eerste gezicht lijkt er sprake van een zeer gezonde banengroei. Bij nader inzien worden de cijfers veelal neerwaarts herzien in een later stadium en bovendien blijkt de banengroei volledig te gaan om parttime banen terwijl het aantal fulltime banen daalt.

In ons eigen land daalde de inflatie in februari wel, maar de drukkende werking die van de prijsontwikkeling van industriële goederen en energie uitgaat op het totale inflatiecijfer zal tijdelijk blijken. De crux blijft de loonontwikkeling die een sterke invloed heeft op de prijzen van diensten.