- Herstel in de Europa gaat geleidelijk verder
- Inflatie foetsie in Duitsland
- Aziatische cijfers bemoedigend
- Het oprukkende virus in delen van de VS laat economische sporen na
- Grootste daling BBP in het tweede kwartaal in VS en Europa, maar ook bijvoorbeeld Mexico
- Fed zeker bereid meer te doen indien nodig en nuttig
De diverse vertrouwensindices in de eurozone voor de maand juli zijn allemaal consistent en schetsen een beeld van voortgaand, zij het geleidelijk herstel van de bedrijvigheid. Uiteraard ligt het niveau nog fors lager dan voor de crisis. De werkloosheidscijfers blijven laag evenals de faillissementscijfers. Maar dat is ongetwijfeld stilte voor de storm. Het kan niet anders dan dat er op deze terreinen nog rake klappen gaan vallen. Dat is helaas onvermijdelijk en we weten het ook. Wat we niet weten, is hoeveel schade er aangericht gaat worden en dat zal afhangen van hoe het herstel van de bedrijvigheid zich de komende maanden ontwikkelt.
De vertrouwensindices voor juli geven in ieder geval geen reden om somberder te worden. De toonaangevende Duitse Ifo index steeg van 86,2 in juni naar 90,5 in juli. Zowel de beoordeling van de huidige situatie als de inschatting van de toekomst verbeterde. De index ligt nog wel op een historisch gezien laag niveau. Als de index de komende maanden niet verder stijgt dan zal er uiteindelijk toch veel schade zichtbaar worden op de arbeidsmarkt en in termen van faillissementen.
De Economic Sentiment index voor de eurozone, samengesteld door de Europese Commissie op basis van maandelijkse enquêtes, laat een vergelijkbaar beeld zien. In juli steeg deze index, die alle sectoren in de economie inclusief het consumentenvertrouwen omvat, voor de derde maand op rij: naar 82,3 van 75,5 in juni. Er is nog een behoorlijk end te gaan voordat we weer terug zijn op het niveau van voor de crisis.
De volgende grafiek laat de afzonderlijke indices uit deze enquête zien.
In ons eigen land publiceerde het CBS cijfers over het ondernemersvertrouwen in de industrie voor juli. Ook bij ons was sprake van een duidelijke verbetering: -8,7 tegen -15,1 in juni, na een dieptepunt van -28,7 in april. Maar ook hier is nog een weg te gaan. Bemoedigend was dat er inmiddels meer ondernemers in de industrie zijn die positief oordelen over de verwachte bedrijvigheid dan ondernemers die hier negatief over oordelen.
De detailhandel in ons land deed goede zaken in juni. De omzet lag bijna 10% hoger dan een jaar eerder. In volume was de stijging ruim 7%. In mei was de stijging van de omzet ook al fors, bijna 9%. Online verkopen waren iets meer dan 45% groter dan een jaar eerder. De deelbranche ‘doe-het-zelf, keukens, vloeren’ was koploper in juni met een omzetstijging van bijna 30% terwijl kleding een kleine 25% in de min zat.
Duitse inflatie voorlopig nagenoeg verdwenen
In de discussie over de inflatievooruitzichten lopen de meningen uiteen. De coronacrisis heeft de bezetting van het productieapparaat overal een forse tik gegeven. Daarmee is deze crisis een grote deflatoire schok. Anderzijds zijn supply chains verstoord en doemen knelpunten op. Dat kan tot prijsstijgingen leiden. En dan zijn er natuurlijk de niet eerder vertoonde beleidsmaatregelen. Fors toenemende overheidstekorten en een indrukwekkende acceleratie van de geldgroei voeden de gedachte dat inflatie uiteindelijk onvermijdelijk zal zijn. Dat biedt dan wellicht direct een oplossing voor de schuldenproblematiek, is de gedachte. In dit plaatje past ook de stijgende goudprijs, die wordt gezien als uiting van toenemende inflatievrees, al houdt die stijgende goudprijs ongetwijfeld mede verband met de dalende dollarkoers. Nu kan een dalende dollar natuurlijk tot een wat hogere inflatie in de VS leiden, maar niet tot hogere inflatie overal in de wereld.
In mijn optiek zijn de disinflatoire krachten die van deze crisis uitgaan voorlopig veel sterker dan de inflatoire krachten. De inflatiecijfers in Duitsland bevestigen dat beeld. In ieder geval voorlopig. Duitse prijzen daalden in juli met 0,5% ten opzichte van juni. Hierbij moet overigens wel worden opgemerkt dat het consumptiepatroon ongetwijfeld behoorlijk veranderd is en het is daardoor de vraag of het mandje goederen dat wordt gebruikt om deze cijfers te berekenen nog wel representatief is. Dat moeten de statistici maar uitzoeken. In ieder geval was het Duitse prijspeil op basis van de Europese maatstaf HICP in juli hetzelfde als een jaar eerder. Op de eigen nationale maatstaf lag het prijspeil in juli zelfs 0,1% lager dan in juli 2019. In juni was er nog een plus van 0,9% geboekt.
Geen Olympische Spelen, wel een hoop wereld- en nationale records
Bijna elk land dat deze week BBP-groeicijfers voor het tweede kwartaal publiceerde boekte daarmee een record. We wisten dat dit eraan zat te komen, maar als je de cijfers dan werkelijk op je scherm ziet staan, is het toch schrikken. De Duitse economie kromp 10,1% ten opzichte van het eerste kwartaal. Oostenrijk kromp 10,7%, België liefst 12,2%. Heel accuraat zullen deze cijfers wel niet zijn. Er waren immers veel bedrijven gesloten gedurende een deel van het kwartaal. Het heeft dan waarschijnlijk ook niet veel zin om de cijfers tot in detail te analyseren. Trouwens, veel details hebben we nog niet.
Het Amerikaanse BBP kromp met 32,9% k-o-k, maar dat is een zogeheten geannualiseerd cijfer. Als de Amerikaanse krimp op dezelfde manier zou worden uitgedrukt als we dat in Europa doen, zou er een getal van -9,5 staan, ietsjes beter dan de meeste landen in de eurozone, maar bij ons werden de beperkende maatregelen iets eerder ingevoerd. Het kan allemaal trouwens nog wel erger. De Mexicaanse economie kromp 17,8%. Ik heb het niet gecontroleerd, maar laat me vertellen dat de grootste krimp is geregistreerd in Macao, waar het BBP al in het eerste kwartaal met 60% kromp omdat alle casino’s dicht waren of geen bezoekers konden verwelkomen.
Herstel in Azië zet door
Een hele reeks cijfers uit Azië laat zien dat het economisch herstel er doorzet. Het ziet ernaar uit dat China de motor blijft. Korea, Taiwan en Singapore boekten in juni voor het eerst in maanden alle drie een toename van de export naar China, gemeten ten opzichte van een jaar eerder.
De inkoopmanagersindices van de NBS in China schetsen een beeld van voortgaande groei. De index voor de industrie nam in juli iets toe: van 50,9 in juni tot 51,1. De index voor de dienstensector gaf wat terrein prijs (54,2 na 54,4 in juni) maar bleef daarmee wel op een hoog niveau. Wat toch vooral opvalt, is dat deze indices in China in februari een enorme duikeling maakten maar daarna eigenlijk in een klap weer volledig zijn hersteld. In Europa en de VS kwam de klap later en is het herstel veel meer geleidelijk.
Een en ander leidt ook tot herstel in andere landen. Zo steeg de productie in de industrie in Korea in juni 7,2% ten opzichte van mei en was het productieniveau nog slechts 0,5% lager dan een jaar eerder. In mei was dat nog -9,8%. Japan heeft het lastiger. Daar steeg de productie in juni een meer bescheiden 2,7% ten opzichte van mei en lag het niveau nog altijd 17,7% lager dan in juni 2019. Toch was dat beter dan de -26,3% van mei.
Het ziet ernaar uit dat de economisch gezien belangrijkste landen in Azië het coronavirus onder controle kunnen houden. Dan mag je verwachten dat het economisch herstel zal doorzetten in de regio.
Oprukkend coronavirus dreigt VS tot de zwakste schakel te maken
De afgelopen weken overtroffen de economische cijfers in de VS bij voortduring de verwachtingen. Dat is inmiddels behoorlijk veranderd. In diverse staten neemt het aantal coronabesmettingen fors toe. En of er nu nieuwe lockdown maatregelen komen of niet, de consument wordt voorzichtig onder dat soort omstandigheden. De Conference Board rapporteerde een daling van het Amerikaanse consumentenvertrouwen in juli: 92,6 tegen 98,1 in juni. Opvallend was dat de beoordeling van de huidige situatie nog wel verbeterde – van 86,7 in juni tot 94,2 in juli – maar dat de verwachtingscomponent een forse duikeling maakte – van 106,1 naar 91,5 – die de hele index naar beneden haalde. Daarbij werd in het persbericht opgemerkt dat het consumenten vertrouwen vooral sterk daalde in Michigan, Florida, Texas en California, staten waar het virus duidelijk in opmars is.
Om dat nog eens duidelijk te maken heb ik in de volgende grafiek de index van het consumentenvertrouwen in de dienstensector in Texas en Virginia weergegeven. Nu kan dit natuurlijk ruis zijn, maar het is toch opvallend dat het ondernemersvertrouwen in Virginia in juli verbeterde terwijl het in Texas verslechterde.
Ook op de arbeidsmarkt lijkt het weer oprukkende virus negatieve sporen na te laten. Het wekelijkse aantal nieuwe werkloosheidsuitkeringen steeg opnieuw in de afgelopen week: 1,434 miljoen, de tweede stijging op rij. Ook het totale aantal uitkeringen steeg in de laatste week waarvoor cijfers beschikbaar zijn: 17,0 miljoen tegen 16,2 miljoen in de week ervoor en een piek van 24,9 miljoen in de week van 10 mei.
Toch was het niet alleen maar slecht nieuws in de VS. De orders voor duurzame goederen herstelden behoorlijk in juni. Een onderdeel van dat rapport betreft de verzending van kapitaalgoederen waarbij vliegtuigen en militaire goederen worden uitgesloten. Deze grootheid is een goede indicator voor de bedrijfsinvesteringen. De volgende grafiek laat zien dat de daling in deze reeks veel minder heftig is dan in de vorige twee recessies. Ook is er al twee maanden sprake van herstel. Het niveau in juni lag slechts 3,5% lager dan een jaar eerder. Laat ik daar direct bij aantekenen dat de meest recente cijfers hier juni betreffen toen het er op leek dat virus onder controle werd gebracht. Mogelijkerwijs komt hier nog een tik. Het kan ook zijn dat de ineenstorting van de bedrijvigheid zo abrupt is gekomen dat bedrijfsinvesteringen nog niet eens de tijd hebben gehad om te ‘reageren’. Ook is het mogelijk dat de cijfers hier geflatteerd worden doordat bedrijven voorzieningen hebben moeten treffen voor ‘social distancing’ en thuiswerken.
Fed kijkt het even aan maar zal niet schromen meer te doen
Het beleidsbepalende orgaan van de Amerikaanse centrale bank, het Federal Open Market Committee heeft het monetaire beleid niet aangepast tijdens de vergadering deze week. Wel werden enkele eerder genomen maatregelen verlengd, zoals de dollar-swap lijnen die de Fed aan een groep andere centrale banken ter beschikking heeft gesteld.
In de persconferentie benadrukte ‘chair’ Powell nog eens hoe groot de onzekerheid is rondom de economische vooruitzichten. Hij sprak zijn zorg uit over de laatste trend in de cijfers. Refererend aan high-frequency data zoals gegevens van creditcard betalingen en restaurantreserveringen concludeerde Powell dat, ik parafraseer nu, het virus de bovenhand weer dreigt te krijgen ten koste van de economie. Het economisch herstel verliest aan kracht en keert wellicht zelfs weer om nu het virus opnieuw in opmars is. Er kan weinig twijfel over bestaan dat de Fed met nieuwe stimulerende maatregelen zal komen als de situatie bij de volgende beleidsvergadering in september niet is verbeterd.