Grote sprongen voorwaarts

  • Onvoorstelbaar hoge, maar weinig zeggende groeicijfers door basiseffecten
  • Nederlands producentenvertrouwen hoogste in drie jaar
  • Forse stijging afzetprijzen Nederlandse industrie sterk geconcentreerd
  • Legio vertrouwensindices in Europa maken reuzensprong in mei
  • Investeringen van Amerikaanse bedrijven groeien stevig verder

De mondiale conjunctuur verbetert over een breed front. Beperkingen op het openbare leven worden versoepeld, de bedrijvigheid neemt toe en de verwachtingen stijgen. Sommige statistieken laten onvoorstelbaar hoge groeipercentages zien, maar dat komt dan vooral door zogeheten basiseffecten. Bijvoorbeeld, doordat het toerisme een jaar geleden volledig instortte, lag het aantal arriverende toeristen in Turkije in april 3162% hoger dan een jaar geleden. In Indonesië werden 282% meer motorfietsen verkocht en de autoproductie in het VK lag in april kennelijk 34573% hoger. Veel zegt dat allemaal niet. Het laat vooral zien hoe dramatisch de bedrijvigheid een jaar geleden daalde.

Het producentenvertrouwen in ons eigen land steeg in mei volgens het CBS naar 8,8, van 6,5 in april. Het was het hoogste niveau in drie jaar en ver boven het historische gemiddelde. Ondernemers waren over een breed front positiever dan in voorgaande maanden, zoals de eerste grafiek laat zien.

Bron: CBS

Fabrieksprijzen fors hoger, maar vooral door aardolie en chemie

Zoals ook elders, stijgen bij ons de producentenprijzen momenteel fors. Dat gaat tenminste deels terechtkomen in inflatie op het consumentenniveau. De afzetprijzen van de industrie lagen in april 11,8% hoger dan een jaar geleden (+6,8% in maart en +0,7% in februari). De volgende grafiek laat echter zien dat die prijsstijging zeer sterk geconcentreerd plaatsvindt bij aardolie en chemie. Bij voedingsmiddelen is de jaar-op-jaar stijging een stuk minder, maar toch ook wel 5,0%.

Bron: CBS

Reuzensprongen in Duitsland, Italië en Frankrijk

Diverse vertrouwensindicatoren in enkele grote Europese landen bewegen allemaal in dezelfde richting. Na een kleine hapering in april is de belangrijke Duitse Ifo-index van het ondernemersvertrouwen bij onze Oosterburen in mei weer verbeterd. De sub-index voor de ‘verwachtingen’ steeg van 99,2 naar 102,9. De laatste keer dat een hogere waarde werd gemeten was begin 2011.

Bron: Refinitiv Datastream

In Italië maakte het consumentenvertrouwen een reuzensprong in mei. Het was de op één na grootste maandelijkse stijging van de laatste 20 jaar.

Bron: Refinitiv Datastream

Het ondernemersvertrouwen in Frankrijk (op de maatstaf van de Banque de France) verbeterde van 96 in april tot 108 in mei. Dat begint erop te lijken! En ook hier was sprake van een ongebruikelijk grote maandelijkse stijging.

Als we dit soort indicatoren mogen geloven, en waarom zou dat niet het geval zijn, dan is een heel stevig economisch herstel onderweg. Hoe stevig dat precies zal zijn, hoe lang het zal aanhouden, hoe sterk de inflatie zal oplopen en hoeveel bedrijven het alsnog niet zullen overleven is echter onduidelijk.

Ook de index “Economic Sentiment”, die door de Europese Commissie wordt opgesteld en het vertrouwen weergeeft van producenten in alle sectoren en ook van consumenten, steeg van 110,5 in april naar 114,5 in mei. Die maandelijkse stijging overtrof de verwachtingen ruimschoots. De bron die ik gebruik geeft cijfers voor deze reeks vanaf 1985. In die ruim 35 jaar werd de 114,5 van mei slechts in twee eerdere periodes overschreden. Er waren eind 2017/begin 2018 twee maanden met een hogere stand en 2000 leverde acht maanden op met hogere waarden. Er ontwikkelt zich dus echt een behoorlijke conjuncturele kracht. Het volgende plaatje laat de ontwikkeling zien vanaf begin 1985. Het plaatje erna zoomt in op de index die specifiek voor Nederland geldt. De sterke samenhang met de BBP-groei is helder en de laatste waarden voor de index suggereren dat onze BBP-groei omhoog zal schieten.

Bron: Refinitiv Datastream

Steunmaatregelen in Nederland met drie maanden verlengd

De Nederlandse regering heeft de tijdelijke steunmaatregelen voor het bedrijfsleven weer met drie maanden verlengd tot het einde van het derde kwartaal. Ook mogen bedrijven meer tijd nemen om opgebouwde schuld bij de belastingdienst terug te betalen. Van een generieke kwijtschelding zal geen sprake zijn en dat lijkt me terecht. In moeilijke gevallen zal de fiscus constructief meedenken over oplossingen. Stef Blok, de nieuwe (demissionaire) minister van Economische Zaken gaf daarbij aan dat de steun niet te lang moet doorgaan maar ook zeker niet te vroeg moet worden gestopt. De snelheid en mate waarin de bedrijvigheid terugkeert naar het niveau van voor de pandemie wanneer alle beperkingen op het openbare leven zijn opgeheven, zal ongetwijfeld per sector uiteenlopen. Het zou zonde zijn levensvatbare bedrijven vlak voor de eindstreep alsnog te laten struikelen alleen maar omdat ze opereren in een bedrijfstak die minder snel herstelt dan andere.

Om te bezien of de steunmaatregelen nog slechts bedrijven op de been houden die ook zonder pandemie en gerelateerde steunmaatregelen zouden zijn omgevallen kan worden gekeken naar het aantal faillissementen. Vorig jaar is het aantal faillissementen onverwacht gedaald. Analoog aan hoe het CBS cijfers berekent omtrent ‘oversterfte’ als gevolg van de pandemie (het verschil tussen het aantal sterfgevallen dat normaal zou zijn geweest en het aantal feitelijke sterfgevallen) zou men ‘ondersterfte’ onder bedrijven kunnen berekenen op basis van die faillissement cijfers. Wanneer het aantal bedrijven dat nog gebruik maakt van de steun richting die ondersterfte gaat, dan wordt het tijd de steun te beëindigen.

Bedrijfsinvesteringen VS blijven behoorlijk toenemen

Soms wordt ervoor gepleit de steun snel te beëindigen omdat het te lang laten voortduren van die maatregelen het ontstaan van zombiebedrijven in de hand zou werken en uiteindelijk innovatie en een toename van de productiviteit zou belemmeren. Hoewel dat voor een aantal bedrijven zeker zal gelden, dient gezegd dat bedrijven tijdens de pandemie niet hebben stilgezeten, ook al waren veel gesloten. Bedrijven hebben stevig geïnvesteerd in digitalisering. Dat geldt niet alleen bij ons, maar ook in andere landen. Het volgende plaatje laat de waarde zien van kapitaalgoederen dat in de VS maandelijks wordt verzonden. Het is een goede indicatie voor de investeringsgeneigdheid van het Amerikaanse bedrijfsleven. Dat het de komende tijd met die investeringen crescendo zal blijven gaan wordt sterk gesuggereerd door orders voor kapitaalgoederen (exclusief defensie en vliegtuigen) die de laatste maanden harder zijn gestegen dan de verzendingen.

Bron: Refinitiv Datastream